Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kaarten:
  2. kaart:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kaarten (Niederländisch) ins Französisch

kaarten:

kaarten [het ~] Nomen

  1. het kaarten (kaartspel)
    le jeu de cartes

Übersetzung Matrix für kaarten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jeu de cartes kaarten; kaartspel kaartspel

Verwandte Wörter für "kaarten":


Verwandte Definitionen für "kaarten":

  1. een spel spelen met speelkaarten1
    • op dinsdag gaan we altijd kaarten1

Wiktionary Übersetzungen für kaarten:

kaarten
verb
  1. een kaartspel spelen

Cross Translation:
FromToVia
kaarten jouer aux cartes kartelnlandschaftlich, (umgangssprachlich) Karten spielen

kaart:

kaart [de ~] Nomen

  1. de kaart (speelkaart)
    la carte; la carte à jouer
  2. de kaart (landkaart)
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    la carte géographique; la carte; le plan
  3. de kaart (toegangsbewijs; ticket; plaatsbewijs; entreebiljet; kaartje)
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
    le ticket; le billet; le laissez-passez; la carte; le permis; le ticket d'entrée; le billet d'entrée; la carte d'entrée
  4. de kaart
    la carte

Übersetzung Matrix für kaart:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
billet entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs aantekening; bankbiljet; beweringsgrond; bewijs; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; papiergeld; reisbiljet; schrijfsel; spoorkaartje; tramkaartje
billet d'entrée entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
carte entreebiljet; kaart; kaartje; landkaart; plaatsbewijs; speelkaart; ticket; toegangsbewijs ansicht; ansichtkaart; bergpas; carte; menu; menukaart; pas; prentbriefkaart; spijskaart; toewijzing
carte d'entrée entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs pasje
carte géographique kaart; landkaart
carte à jouer kaart; speelkaart
laissez-passez entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs
permis entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs licentie; pas; paspoort; vergunning; vrijbrief
plan kaart; landkaart grondplan; laag; niveau; overzicht; peil; plan; plattegrond; project; situatieschets; situatietekening; stadskaart; stand; toewijzing; vlak
ticket entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs bon; coupon; ontvangstbewijs; pasje; reçu; stortingsbewijs
ticket d'entrée entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs pasje
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
permis aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd

Verwandte Wörter für "kaart":


Verwandte Definitionen für "kaart":

  1. rechthoekig stuk karton met afbeelding1
    • we sturen hem een kaart uit Marokko1
  2. rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan1
    • kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?1
  3. rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang1
    • ik heb kaartjes voor de bioscoop1

Wiktionary Übersetzungen für kaart:

kaart
noun
  1. een schematische afbeelding van een ruimtelijk gebied op een plat vlak in een verkleinde schaal
  2. een bedrukt kartonnen vel dat met de post verstuurd kan worden
  3. een kartonnen of plastic vel uit een kaartspel, om mee te spelen
kaart
noun
  1. vieux|fr carton léger mais résistant.
  2. fiche cartonnée décoré de motifs utiliser dans les jeu de cartes. Un paquet comporte 13 cartes pour chacune des quatre enseignes : pique (), cœur (), carreau () et trèfle (), et optionnellement un ou deux jokers.
  3. Action de ficher, d’enfoncer ; quantité dont on enfonce dans le sol un pieu de fondation.
  4. À classer

Cross Translation:
FromToVia
kaart fiche; carte card — flat, normally rectangular piece of stiff paper, plastic etc.
kaart carte map — visual representation of an area