Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. in tweeën houwen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für in tweeën houwen (Niederländisch) ins Französisch

in tweeën houwen:

in tweeën houwen Verb

  1. in tweeën houwen (kloven; klieven; doormidden hakken; )
    trancher; cliver; fissurer; se fendre; couper; fendre; lézarder; fendiller; crevasser; se fendiller; se cliver
    • trancher Verb (tranche, tranches, tranchons, tranchez, )
    • cliver Verb (clive, clives, clivons, clivez, )
    • fissurer Verb (fissure, fissures, fissurons, fissurez, )
    • se fendre Verb
    • couper Verb (coupe, coupes, coupons, coupez, )
    • fendre Verb (fends, fend, fendons, fendez, )
    • lézarder Verb (lézarde, lézardes, lézardons, lézardez, )
    • fendiller Verb (fendille, fendilles, fendillons, fendillez, )
    • crevasser Verb (crevasse, crevasses, crevassons, crevassez, )
    • se cliver Verb

Übersetzung Matrix für in tweeën houwen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fendre afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing
trancher afsnijden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cliver doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven klieven; kloven; loskoppelen; opensnijden; scheiden; splijten; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteensplijten; uitsplitsen
couper doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven aanlengen; afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afknippen; afsluiten; afsnijden; aftroeven; afzetten; besnoeien; beëindigen; breken; coifferen; couperen; een einde maken aan; eindigen; hakken; in stukken hakken; kappen; kerven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; losrukken; losscheuren; lossnijden; lostrekken; neerhalen; omverhalen; op maat snijden; opensnijden; ophouden; overtroeven; scheiden; slopen; snijden; snijwerk maken; snoeien; splitsen; stoppen; toesnijden; trimmen; troeven; uit elkaar halen; uitdoen; uitdunnen; uiteenhalen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; verdunnen; versnijden; verwateren; wegkappen; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien
crevasser doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven barsten; kunnen stikken; ontploffen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen
fendiller doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
fendre doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven aan flarden scheuren; barsten; delen; doorsnijden; inscheuren; klieven; kloven; kunnen stikken; losscheuren; ontploffen; opdelen; openrijten; openscheuren; opsplitsen; ploffen; rijten; scheuren; splijten; splitsen; springen; uit elkaar rukken; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uit elkaar trekken; uiteensplijten; uiteentrekken; verscheuren
fissurer doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten
lézarder doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
se cliver doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
se fendiller doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten
se fendre doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven barsten; een spalk zetten; klieven; kloven; kunnen stikken; ontploffen; ploffen; spalken; splijten; splitsen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteensplijten
trancher doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afhakken; afhouwen; afkappen; doorknippen; voorsnijden

Verwandte Übersetzungen für in tweeën houwen