Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. illusoir:


Niederländisch

Detailübersetzungen für illusoir (Niederländisch) ins Französisch

illusoir:

illusoir Adjektiv

  1. illusoir (bedrieglijk; misleidend)
    trompeur; illusoire; fictif; faux; imaginaire; virtuel; frauduleux; chimérique
  2. illusoir (imaginair; denkbeeldig; fantastisch)
    fantastique; fabuleux; imaginaire; chimérique; illusoire; idéal; fictif

Übersetzung Matrix für illusoir:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faux falsificatie; verkeerde; vervalsing; zeis
idéal grootste streven; hoogste doel; ideaal; wensdroom
trompeur bedrieger; flessentrekker; fraudeur; jokkebrok; leugenaar; leugenbeest; misleider; oplichter; zwendelaar
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
virtuel bedrieglijk; illusoir; misleidend denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld; virtueel
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fantastique fantastisch; super; supergaaf
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chimérique bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair; misleidend denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld
fabuleux denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair betoverend; enorm; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; gaaf; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; krankzinnig; legendarisch; luisterrijk; magnifiek; prachtig; puik; reuze; schitterend; te gek; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; waanzinnig; wijs
fantastique denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair betoverend; enorm; fabelachtig; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; gaaf; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; krankzinnig; luisterrijk; magnifiek; prachtig; puik; reuze; schitterend; te gek; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; waanzinnig; wijs
faux bedrieglijk; illusoir; misleidend achterbaks; bedriegelijk; ernaast; fout; foutief; gedwongen; gefingeerd; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; gemeen; geniepig; gluiperig; huichelachtig; in het geniep; kunstmatig; kwaadwillig; met slechte intentie; mis; nagemaakt; niet echt; onaanvaardbaar; onacceptabel; ondergeschoven; onecht; onharmonisch; onjuist; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; onwaarachtig; slecht; snood; stiekem; ten onrechte; vals; verkeerd
fictif bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair; misleidend aangenomen; bedacht; bedriegelijk; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; hypothetisch; imaginair; ingebeeld; nagemaakt; onecht; onwaar; vals; verdicht; verzonnen
frauduleux bedrieglijk; illusoir; misleidend frauduleus; onregelmatig; onwetmatig
idéal denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair denkbeeldig; ideëel
illusoire bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair; misleidend denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld
imaginaire bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair; misleidend denkbeeldig; hypothetisch; imaginair; ingebeeld
trompeur bedrieglijk; illusoir; misleidend

Verwandte Wörter für "illusoir":

  • illusoire