Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. frapperen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für frapperen (Niederländisch) ins Französisch

frapperen:

frapperen Verb (frappeer, frappeert, frappeerde, frappeerden, gefrappeerd)

  1. frapperen
    étonner; saisir; frapper; impressionner; attirer; produire une vive impression
    • étonner Verb (étonne, étonnes, étonnons, étonnez, )
    • saisir Verb (saisis, saisit, saisissons, saisissez, )
    • frapper Verb (frappe, frappes, frappons, frappez, )
    • impressionner Verb (impressionne, impressionnes, impressionnons, impressionnez, )
    • attirer Verb (attire, attires, attirons, attirez, )

Konjugationen für frapperen:

o.t.t.
  1. frappeer
  2. frappeert
  3. frappeert
  4. frapperen
  5. frapperen
  6. frapperen
o.v.t.
  1. frappeerde
  2. frappeerde
  3. frappeerde
  4. frappeerden
  5. frappeerden
  6. frappeerden
v.t.t.
  1. heb gefrappeerd
  2. hebt gefrappeerd
  3. heeft gefrappeerd
  4. hebben gefrappeerd
  5. hebben gefrappeerd
  6. hebben gefrappeerd
v.v.t.
  1. had gefrappeerd
  2. had gefrappeerd
  3. had gefrappeerd
  4. hadden gefrappeerd
  5. hadden gefrappeerd
  6. hadden gefrappeerd
o.t.t.t.
  1. zal frapperen
  2. zult frapperen
  3. zal frapperen
  4. zullen frapperen
  5. zullen frapperen
  6. zullen frapperen
o.v.t.t.
  1. zou frapperen
  2. zou frapperen
  3. zou frapperen
  4. zouden frapperen
  5. zouden frapperen
  6. zouden frapperen
diversen
  1. frappeer!
  2. frappeert!
  3. gefrappeerd
  4. frapperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für frapperen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attirer frapperen aanlokken; aantrekken; bekoren; bevallen; gunst winnen; lokken; meelokken; rekruteren; ronselen; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
frapper frapperen aankloppen; aantikken; beuken; bonken; een klap geven; een oplawaai geven; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen; kloppen met een hamer; meppen; rammen; slaan; stompen; tikken; timmeren
impressionner frapperen eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen
produire une vive impression frapperen
saisir frapperen aanhouden; aanklampen; aanpakken; aanvatten; afvangen; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; beginnen te snappen; begrijpen; beseffen; bevangen; binden; boeien; doorkrijgen; doorzien; doorzien hebben; fascineren; gevangennemen; grijpen; iets bemachtigen; in hechtenis nemen; ingrijpen; inrekenen; intrigeren; inzien; ketenen; klauwen; klemmen; kluisteren; knellen; met handen omvatten; met het verstand vatten; omklemmen; omspannen; onderkennen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; oppakken; opvangen; pakken; realiseren; snappen; te pakken krijgen; toegrijpen; toeslaan; toetasten; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; verkrijgen; verstaan; verstrikken; wat neervalt opvangen; zich bedienen
étonner frapperen bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attirer verlokken