Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. doorheen reizen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorheen reizen (Niederländisch) ins Französisch

doorheen reizen:

doorheen reizen Verb (reis doorheen, reist doorheen, reisde doorheen, reisden doorheen, doorheen gereisd)

  1. doorheen reizen (reizen door)
    traverser; parcourir; passer
    • traverser Verb (traverse, traverses, traversons, traversez, )
    • parcourir Verb (parcours, parcourt, parcourons, parcourez, )
    • passer Verb (passe, passes, passons, passez, )

Konjugationen für doorheen reizen:

o.t.t.
  1. reis doorheen
  2. reist doorheen
  3. reist doorheen
  4. reizen doorheen
  5. reizen doorheen
  6. reizen doorheen
o.v.t.
  1. reisde doorheen
  2. reisde doorheen
  3. reisde doorheen
  4. reisden doorheen
  5. reisden doorheen
  6. reisden doorheen
v.t.t.
  1. ben doorheen gereisd
  2. bent doorheen gereisd
  3. is doorheen gereisd
  4. zijn doorheen gereisd
  5. zijn doorheen gereisd
  6. zijn doorheen gereisd
v.v.t.
  1. was doorheen gereisd
  2. was doorheen gereisd
  3. was doorheen gereisd
  4. waren doorheen gereisd
  5. waren doorheen gereisd
  6. waren doorheen gereisd
o.t.t.t.
  1. zal doorheen reizen
  2. zult doorheen reizen
  3. zal doorheen reizen
  4. zullen doorheen reizen
  5. zullen doorheen reizen
  6. zullen doorheen reizen
o.v.t.t.
  1. zou doorheen reizen
  2. zou doorheen reizen
  3. zou doorheen reizen
  4. zouden doorheen reizen
  5. zouden doorheen reizen
  6. zouden doorheen reizen
diversen
  1. reis doorheen!
  2. reist doorheen!
  3. doorheen gereisd
  4. doorheen reisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorheen reizen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
parcourir doorheen reizen; reizen door afleggen; bereizen; bladeren; browsen; controleren; doorbladeren; doorreizen; doorvliegen; examineren; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; meters maken; reizen; rondreizen; schouwen; trekken; zoeken; zwerven
passer doorheen reizen; reizen door aangeven; aankomen; aanlopen; aanreiken; aantrekken; aflopen; besteden; bezoeken; dichttrekken; doorbrengen; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; dwars oversteken; erdoor komen; geven; inhalen; inlopen; komen aanlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; oversteken; passeren; reiken; schenken; slijten; toestoppen; vergaan; verlenen; verlopen; verstrekken; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijrijden; voorbijvaren
traverser doorheen reizen; reizen door doorkomen; doorleven; doormaken; doorreizen; doorstaan; doorvaren; doorvliegen; dwars oversteken; opkruisen; oplaveren; overgaan; oversteken; reizen; rondreizen; trekken; verdragen; verduren; verteren; zwerven

Verwandte Übersetzungen für doorheen reizen