Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. betamen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für betamen (Niederländisch) ins Französisch

betamen:

betamen Verb (betaam, betaamt, betaamde, betaamden, betaamd)

  1. betamen (passen)
    convenir; être convenable
    • convenir Verb (conviens, convient, convenons, convenez, )

Konjugationen für betamen:

o.t.t.
  1. betaam
  2. betaamt
  3. betaamt
  4. betamen
  5. betamen
  6. betamen
o.v.t.
  1. betaamde
  2. betaamde
  3. betaamde
  4. betaamden
  5. betaamden
  6. betaamden
v.t.t.
  1. heb betaamd
  2. hebt betaamd
  3. heeft betaamd
  4. hebben betaamd
  5. hebben betaamd
  6. hebben betaamd
v.v.t.
  1. had betaamd
  2. had betaamd
  3. had betaamd
  4. hadden betaamd
  5. hadden betaamd
  6. hadden betaamd
o.t.t.t.
  1. zal betamen
  2. zult betamen
  3. zal betamen
  4. zullen betamen
  5. zullen betamen
  6. zullen betamen
o.v.t.t.
  1. zou betamen
  2. zou betamen
  3. zou betamen
  4. zouden betamen
  5. zouden betamen
  6. zouden betamen
diversen
  1. betaam!
  2. betaamt!
  3. betaamd
  4. betamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für betamen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
convenir betamen; passen aanstaan; afspreken; arrangeren; bedisselen; behoren; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; gebruikelijk zijn; gelegen komen; geschikt zijn; horen; iets overeenkomen; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; passend zijn; prettig vinden; regelen; schikken; stroken; stroken met; toebehoren; uitkomen
être convenable betamen; passen aanstaan; behoren; bevallen; conveniëren; deugen; gebruikelijk zijn; geschikt zijn; horen; passen; passend zijn; prettig vinden; toebehoren; uitkomen