Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. benadrukken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für benadrukken (Niederländisch) ins Französisch

benadrukken:

benadrukken Verb (benadruk, benadrukt, benadrukte, benadrukten, benadrukt)

  1. benadrukken (beklemtonen; betonen)
    souligner; accentuer; insister sur
    • souligner Verb (souligne, soulignes, soulignons, soulignez, )
    • accentuer Verb (accentue, accentues, accentuons, accentuez, )
  2. benadrukken (accentueren)
    accroître; accentuer; souligner; insister; appuyer sur; faire ressortir; marteler; mettre l'accent sur
    • accroître Verb
    • accentuer Verb (accentue, accentues, accentuons, accentuez, )
    • souligner Verb (souligne, soulignes, soulignons, soulignez, )
    • insister Verb (insiste, insistes, insistons, insistez, )
    • marteler Verb (martèle, martèles, martelons, martelez, )

Konjugationen für benadrukken:

o.t.t.
  1. benadruk
  2. benadrukt
  3. benadrukt
  4. benadrukken
  5. benadrukken
  6. benadrukken
o.v.t.
  1. benadrukte
  2. benadrukte
  3. benadrukte
  4. benadrukten
  5. benadrukten
  6. benadrukten
v.t.t.
  1. heb benadrukt
  2. hebt benadrukt
  3. heeft benadrukt
  4. hebben benadrukt
  5. hebben benadrukt
  6. hebben benadrukt
v.v.t.
  1. had benadrukt
  2. had benadrukt
  3. had benadrukt
  4. hadden benadrukt
  5. hadden benadrukt
  6. hadden benadrukt
o.t.t.t.
  1. zal benadrukken
  2. zult benadrukken
  3. zal benadrukken
  4. zullen benadrukken
  5. zullen benadrukken
  6. zullen benadrukken
o.v.t.t.
  1. zou benadrukken
  2. zou benadrukken
  3. zou benadrukken
  4. zouden benadrukken
  5. zouden benadrukken
  6. zouden benadrukken
diversen
  1. benadruk!
  2. benadrukt!
  3. benadrukt
  4. benadrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für benadrukken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accentuer accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen
accroître accentueren; benadrukken aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen; zich vermeerderen
appuyer sur accentueren; benadrukken neerdrukken
faire ressortir accentueren; benadrukken
insister accentueren; benadrukken aandringen; opdringen
insister sur beklemtonen; benadrukken; betonen blijven herhalen; hameren; inhameren; instampen
marteler accentueren; benadrukken beuken; bonken; hameren; rammen; slaan
mettre l'accent sur accentueren; benadrukken
souligner accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen aandikken; onderstrepen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven

Wiktionary Übersetzungen für benadrukken:

benadrukken
verb
  1. (overgankelijk) extra aandacht leggen op iets
benadrukken
Cross Translation:
FromToVia
benadrukken accentuer accentuate — to bring out distinctly
benadrukken souligner emphasize — stress
benadrukken renforcer reinforce — to emphasize or review
benadrukken accentuer akzentuieren — (transitiv): etwas stark betonen, deutlich hervorheben; einen Akzent setzen

Verwandte Übersetzungen für benadrukken