Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. begiftigen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für begiftigen (Niederländisch) ins Französisch

begiftigen:

begiftigen Verb (begiftig, begiftigt, begiftigde, begiftigden, begiftigd)

  1. begiftigen (beschenken; bedelen)
    douer; gratifier; doter de; assister
    • douer Verb
    • gratifier Verb (gratifie, gratifies, gratifions, gratifiez, )
    • doter de Verb
    • assister Verb (assiste, assistes, assistons, assistez, )

Konjugationen für begiftigen:

o.t.t.
  1. begiftig
  2. begiftigt
  3. begiftigt
  4. begiftigen
  5. begiftigen
  6. begiftigen
o.v.t.
  1. begiftigde
  2. begiftigde
  3. begiftigde
  4. begiftigden
  5. begiftigden
  6. begiftigden
v.t.t.
  1. ben begiftigd
  2. bent begiftigd
  3. is begiftigd
  4. zijn begiftigd
  5. zijn begiftigd
  6. zijn begiftigd
v.v.t.
  1. was begiftigd
  2. was begiftigd
  3. was begiftigd
  4. waren begiftigd
  5. waren begiftigd
  6. waren begiftigd
o.t.t.t.
  1. zal begiftigen
  2. zult begiftigen
  3. zal begiftigen
  4. zullen begiftigen
  5. zullen begiftigen
  6. zullen begiftigen
o.v.t.t.
  1. zou begiftigen
  2. zou begiftigen
  3. zou begiftigen
  4. zouden begiftigen
  5. zouden begiftigen
  6. zouden begiftigen
diversen
  1. begiftig!
  2. begiftigt!
  3. begiftigd
  4. begiftigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für begiftigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
assister bedelen; begiftigen; beschenken assisteren; behulpzaam zijn; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; gedienstig zijn; handreiken; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
doter de bedelen; begiftigen; beschenken
douer bedelen; begiftigen; beschenken
gratifier bedelen; begiftigen; beschenken begunstigen; bevoordelen; doneren; geven; schenken; voorschuiven; voortrekken