Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aanmanen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanmaanden (Niederländisch) ins Französisch

aanmanen:

aanmanen Verb (maan aan, maant aan, maande aan, maanden aan, aangemaand)

  1. aanmanen (aanmanen tot een verplichting; sommeren; manen)
    sommer; intimer; sommer de; exhorter à
    • sommer Verb (somme, sommes, sommons, sommez, )
    • intimer Verb (intime, intimes, intimons, intimez, )
    • sommer de Verb

Konjugationen für aanmanen:

o.t.t.
  1. maan aan
  2. maant aan
  3. maant aan
  4. manen aan
  5. manen aan
  6. manen aan
o.v.t.
  1. maande aan
  2. maande aan
  3. maande aan
  4. maanden aan
  5. maanden aan
  6. maanden aan
v.t.t.
  1. heb aangemaand
  2. hebt aangemaand
  3. heeft aangemaand
  4. hebben aangemaand
  5. hebben aangemaand
  6. hebben aangemaand
v.v.t.
  1. had aangemaand
  2. had aangemaand
  3. had aangemaand
  4. hadden aangemaand
  5. hadden aangemaand
  6. hadden aangemaand
o.t.t.t.
  1. zal aanmanen
  2. zult aanmanen
  3. zal aanmanen
  4. zullen aanmanen
  5. zullen aanmanen
  6. zullen aanmanen
o.v.t.t.
  1. zou aanmanen
  2. zou aanmanen
  3. zou aanmanen
  4. zouden aanmanen
  5. zouden aanmanen
  6. zouden aanmanen
diversen
  1. maan aan!
  2. maant aan!
  3. aangemaand
  4. aanmanende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aanmanen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sommer aanschrijven; aanzeggen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exhorter à aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren herinneren; iemand aansporen; manen; niet vergeten; onthouden
intimer aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren dagen; ontbieden; oproepen; sommeren; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen
sommer aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren aanschrijven; aanzeggen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; kennis geven; konde doen; manen; met aandrang herinneren; ontbieden; opdragen; oproepen; rappelleren; sommeren; verordenen
sommer de aanmanen; aanmanen tot een verplichting; manen; sommeren herinneren; niet vergeten; ontbieden; onthouden; oproepen; sommeren