Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. bagagedrager:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bagagedrager (Niederländisch) ins Französisch

bagagedrager:

bagagedrager [de ~ (m)] Nomen

  1. de bagagedrager (kruier; drager; sjouwer)
    le porteur; le portefaix; le crocheteur; le chargeur

Übersetzung Matrix für bagagedrager:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chargeur bagagedrager; drager; kruier; sjouwer belader; cargadoor; laadprogramma; lader; lastdrager; scheepsagent; scheepsbevrachter; sjouwer
crocheteur bagagedrager; drager; kruier; sjouwer
portefaix bagagedrager; drager; kruier; sjouwer
porteur bagagedrager; drager; kruier; sjouwer besteller; bezitter; bezorger; bode; brenger; drager; eigenaar; expediteur; houder; koerier; lastdrager; lijkdrager; penhouder; rondbrenger; sjouwer; toonder; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder

Verwandte Wörter für "bagagedrager":

  • bagagedragers

Wiktionary Übersetzungen für bagagedrager:

bagagedrager
noun
  1. een rek op de fiets (of andere tweewieler) waarop bagage bevestigd kan worden
bagagedrager
  1. Dispositif permettant de placer des bagages, des paquets et parfois d’accueillir un passager sur une bicyclette

Computerübersetzung von Drittern: