Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. restaureren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für restaureren (Niederländisch) ins Französisch

restaureren:

restaureren Verb (restaureer, restaureert, restaureerde, restaureerden, gerestaureerd)

  1. restaureren
    rénover; restaurer; reconstituer; remettre en état
    • rénover Verb (rénove, rénoves, rénovons, rénovez, )
    • restaurer Verb (restaure, restaures, restaurons, restaurez, )
    • reconstituer Verb (reconstitue, reconstitues, reconstituons, reconstituez, )

Konjugationen für restaureren:

o.t.t.
  1. restaureer
  2. restaureert
  3. restaureert
  4. restaureren
  5. restaureren
  6. restaureren
o.v.t.
  1. restaureerde
  2. restaureerde
  3. restaureerde
  4. restaureerden
  5. restaureerden
  6. restaureerden
v.t.t.
  1. heb gerestaureerd
  2. hebt gerestaureerd
  3. heeft gerestaureerd
  4. hebben gerestaureerd
  5. hebben gerestaureerd
  6. hebben gerestaureerd
v.v.t.
  1. had gerestaureerd
  2. had gerestaureerd
  3. had gerestaureerd
  4. hadden gerestaureerd
  5. hadden gerestaureerd
  6. hadden gerestaureerd
o.t.t.t.
  1. zal restaureren
  2. zult restaureren
  3. zal restaureren
  4. zullen restaureren
  5. zullen restaureren
  6. zullen restaureren
o.v.t.t.
  1. zou restaureren
  2. zou restaureren
  3. zou restaureren
  4. zouden restaureren
  5. zouden restaureren
  6. zouden restaureren
en verder
  1. is gerestaureerd
  2. zijn gerestaureerd
diversen
  1. restaureer!
  2. restaureert!
  3. gerestaureerd
  4. restaurerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für restaureren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
reconstituer restaureren fiksen; goedmaken; herstellen; maken; rechtzetten; repareren; wederopbouwen
remettre en état restaureren fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; innoveren; maken; rechtzetten; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; wederopbouwen
restaurer restaureren fiksen; goedmaken; herstellen; in goede staat brengen; innoveren; maken; opknappen; rechtzetten; renoveren; repareren; terugdraaien; terugkeren; terugzetten; wederopbouwen
rénover restaureren aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herzien; in goede staat brengen; innoveren; maken; nieuw leven inblazen; opknappen; rechtzetten; remplaceren; renoveren; repareren; verbeteren; verbouwen; vernieuwen; vertimmeren; vervangen; verwisselen; wederopbouwen

Wiktionary Übersetzungen für restaureren:

restaureren
verb
  1. (overgankelijk) in de vroegere toestand herstellen
restaureren
verb
  1. Réparer, raccommoder, rajuster une chose ruinée ou abîmée. (Sens général)