Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. foerageren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für foerageren (Niederländisch) ins Französisch

foerageren:

foerageren Verb (foerageer, foerageert, foerageerde, foerageerden, gefoerageerd)

  1. foerageren
    fourrager
    • fourrager Verb (fourrage, fourrages, fourrageons, fourragez, )

Konjugationen für foerageren:

o.t.t.
  1. foerageer
  2. foerageert
  3. foerageert
  4. foerageren
  5. foerageren
  6. foerageren
o.v.t.
  1. foerageerde
  2. foerageerde
  3. foerageerde
  4. foerageerden
  5. foerageerden
  6. foerageerden
v.t.t.
  1. heb gefoerageerd
  2. hebt gefoerageerd
  3. heeft gefoerageerd
  4. hebben gefoerageerd
  5. hebben gefoerageerd
  6. hebben gefoerageerd
v.v.t.
  1. had gefoerageerd
  2. had gefoerageerd
  3. had gefoerageerd
  4. hadden gefoerageerd
  5. hadden gefoerageerd
  6. hadden gefoerageerd
o.t.t.t.
  1. zal foerageren
  2. zult foerageren
  3. zal foerageren
  4. zullen foerageren
  5. zullen foerageren
  6. zullen foerageren
o.v.t.t.
  1. zou foerageren
  2. zou foerageren
  3. zou foerageren
  4. zouden foerageren
  5. zouden foerageren
  6. zouden foerageren
en verder
  1. is gefoerageerd
  2. zijn gefoerageerd
diversen
  1. foerageer!
  2. foerageert!
  3. gefoerageerd
  4. foeragerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für foerageren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fourrager foerageren

Wiktionary Übersetzungen für foerageren:

foerageren
verb
  1. intr|nld voer, levensmiddelen halen (verzamelen)