Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. bergtop:
  2. opbergen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bergtop (Niederländisch) ins Französisch

bergtop:

bergtop [de ~ (m)] Nomen

  1. de bergtop (top; piek)
    le sommet; la pointe; le pic; le point culminant; la cime

Übersetzung Matrix für bergtop:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cime bergtop; piek; top centrumspits; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; kruin; nok; spits; top
pic bergtop; piek; top houweel; klover; specht
point culminant bergtop; piek; top centrumspits; climax; culminatie; culminatiepunt; hoogst haalbare; hoogtepunt; keer; keerpunt; piek; spits; top; toppunt; wending; zenit
pointe bergtop; piek; top bergspits; culminatie; draadnagel; etsnaald; glimp; graveernaald; graveerpen; graveerstift; hoogst haalbare; hoogste punt; moesje; nop; piek; pointe; punt; spat; spatje; steek onder water; stip; stipje; stippel; top; uitsteeksel; vlek; vlekje; vleugje
sommet bergtop; piek; top bergspits; centrumspits; culminatie; dakvorst; hoekpunt; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; spits; summum; top; topconferentie; topontmoeting; toppunt; zenit

Verwandte Wörter für "bergtop":

  • bergtoppen

Wiktionary Übersetzungen für bergtop:


Cross Translation:
FromToVia
bergtop sommet summit — peak, top of mountain

opbergen:

opbergen Verb (berg op, bergt op, borg op, borgen op, opgeborgen)

  1. opbergen (archiveren; opslaan; bewaren)
    archiver; ranger
    • archiver Verb (archive, archives, archivons, archivez, )
    • ranger Verb (range, ranges, rangeons, rangez, )
  2. opbergen (wegbergen)
    ranger; mettre dans un armoire ou dans un tiroir; enfermer; mettre de côté; renfermer
    • ranger Verb (range, ranges, rangeons, rangez, )
    • enfermer Verb (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, )
    • renfermer Verb (renferme, renfermes, renfermons, renfermez, )
  3. opbergen (wegsluiten; wegbergen)
    enfermer; mettre sous clé
    • enfermer Verb (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, )

Konjugationen für opbergen:

o.t.t.
  1. berg op
  2. bergt op
  3. bergt op
  4. bergen op
  5. bergen op
  6. bergen op
o.v.t.
  1. borg op
  2. borg op
  3. borg op
  4. borgen op
  5. borgen op
  6. borgen op
v.t.t.
  1. heb opgeborgen
  2. hebt opgeborgen
  3. heeft opgeborgen
  4. hebben opgeborgen
  5. hebben opgeborgen
  6. hebben opgeborgen
v.v.t.
  1. had opgeborgen
  2. had opgeborgen
  3. had opgeborgen
  4. hadden opgeborgen
  5. hadden opgeborgen
  6. hadden opgeborgen
o.t.t.t.
  1. zal opbergen
  2. zult opbergen
  3. zal opbergen
  4. zullen opbergen
  5. zullen opbergen
  6. zullen opbergen
o.v.t.t.
  1. zou opbergen
  2. zou opbergen
  3. zou opbergen
  4. zouden opbergen
  5. zouden opbergen
  6. zouden opbergen
en verder
  1. ben opgeborgen
  2. bent opgeborgen
  3. is opgeborgen
  4. zijn opgeborgen
  5. zijn opgeborgen
  6. zijn opgeborgen
diversen
  1. berg op!
  2. bergt op!
  3. opgeborgen
  4. opberegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opbergen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
renfermer behelzen; inhouden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
archiver archiveren; bewaren; opbergen; opslaan archiveren; comprimeren; inchecken
enfermer opbergen; wegbergen; wegsluiten omgeven; omringen; omvatten; opsluiten; vastzetten
mettre dans un armoire ou dans un tiroir opbergen; wegbergen
mettre de côté opbergen; wegbergen afzonderen; apart zetten; bewaren; hamsteren; isoleren; op bankrekening zetten; oppotten; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; potten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegzetten
mettre sous clé opbergen; wegbergen; wegsluiten
ranger archiveren; bewaren; opbergen; opslaan; wegbergen bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opruimen; opschonen; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegleggen; wegzetten; zetten
renfermer opbergen; wegbergen bevatten; inhouden

Wiktionary Übersetzungen für opbergen:

opbergen
Cross Translation:
FromToVia
opbergen mettre de côté stash — store away for later use