Niederländisch

Detailübersetzungen für behaaglijk (Niederländisch) ins Französisch

behaaglijk:


Übersetzung Matrix für behaaglijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chouette domkop; dommerik; domoor; mot; steenuil; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; woletend insekt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agréable aangenaam; behaaglijk; fijn; knus; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; comfortabel; eenvoudig; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; gezellig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; lekker; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; prettig; simpel; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welkom; zachtaardig
agréablement aangenaam; behaaglijk; fijn; knus; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; comfortabel; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; gezellig; goedaardig; goedhartig; huiselijk; hulpvaardig; knus; knusjes; lekker; plezierig; prettig; tof; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
aimable aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; amicaal; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; dottig; enig; fijn; gelijkmoedig; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; knap; lekker; leuk; lief; minnelijk; mooi; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; schattig; snoeperig; snoezig; sympathiek; tof; vertederend; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
aimablement aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; op een aardige manier; plezierig; prettig; sympathiek; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
amusant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; amusant; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; leuke; lief; lollig; olijk; onderhoudend; prettig; sympathiek; uiig; vermakelijk
charmant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attent; attractief; begeerenswaardig; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; genegenheid opwekkend; goedaardig; goedhartig; gracieus; hulpvaardig; innemend; knap; lief; lieflijk; lieftallig; minzaam; mooi; oogstrelend; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
chouette aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; bevallig; dolletjes; enig; geestig; geinig; grappig; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lief; lollig; mooi; reuzeleuk; schoon; sympathiek; welgemaakt
confortable aangenaam; behaaglijk; knus; senang aangenaam; comfortabel; eenvoudig; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gerieflijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; lekker; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; prettig; simpel
confortablement aangenaam; behaaglijk; knus aangenaam; comfortabel; eenvoudig; fijn; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; lekker; licht; makkelijk; niet moeilijk; plezierig; prettig; simpel
de façon sympathique aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geschikt; tof
de manière amusante aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig
divertissant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; amusant; fijn; geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lollig; onderhoudend; prettig; vermakelijk
douillet aangenaam; behaaglijk; knus angstig voor pijn; gezellig; huiselijk; kleinzerig; knus; knusjes
drôle aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; merkwaardig; olijk; ongewoon; potsierlijk; sympathiek; typisch; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
engageant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangrijpend; charmant; emotioneel; genegenheid opwekkend; hartroerend; hartveroverend; innemend; minzaam; ontroerend; roerend
marrant aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; geestig; geinig; grappig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; sympathiek; uiig
sympa aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; geestig; geinig; goedaardig; goedhartig; grappig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; jofel; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lief; lollig; plezierig; prettig; sympathiek; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
à l'aise aangenaam; behaaglijk; knus aangenaam; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; plezierig

Verwandte Wörter für "behaaglijk":

  • behaaglijkheid, behaaglijker, behaaglijkere, behaaglijkst, behaaglijkste, behaaglijke

Wiktionary Übersetzungen für behaaglijk:

behaaglijk
adjective
  1. Qui procure un sentiment de légère gaieté, de bonheur ou encore de bien-être.