Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. balk:
  2. balken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für balk (Niederländisch) ins Französisch

balk:

balk [de ~ (m)] Nomen

  1. de balk
    la poutre

Übersetzung Matrix für balk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
poutre balk dakbint; dakspant; draagbalk; latei; ligger; schraagbalk; spant; steunbalk; stutbalk

Verwandte Wörter für "balk":


Wiktionary Übersetzungen für balk:

balk
noun
  1. (geometrie) een veelvlak met 6 rechthoekige zijvlakken, 8 hoekpunten en 12 ribben
balk
Cross Translation:
FromToVia
balk madrier beam — large piece of timber or iron
balk poutre beam — principal horizontal beam in a building
balk ligature; lien beam — connector of notes
balk portée staff — series of horizontal lines
balk portée stave — parallel lines to write music on
balk parallélépipède rectangle QuaderGeometrie: spezieller von ebenen Flächen begrenzen Raumkörper mit 8 rechtwinkligen Ecken, 6 rechteckigen Seiten und 12 Kanten, von denen jeweils vier gleichlang und parallel zueinander sind

balk form of balken:

balken Verb (balk, balkt, balkde, balkden, gebalkt)

  1. balken
    braire; mugir
    • braire Verb (brais, brait, brayons, brayez, )
    • mugir Verb (mugis, mugit, mugissons, mugissez, )

Konjugationen für balken:

o.t.t.
  1. balk
  2. balkt
  3. balkt
  4. balken
  5. balken
  6. balken
o.v.t.
  1. balkde
  2. balkde
  3. balkde
  4. balkden
  5. balkden
  6. balkden
v.t.t.
  1. heb gebalkt
  2. hebt gebalkt
  3. heeft gebalkt
  4. hebben gebalkt
  5. hebben gebalkt
  6. hebben gebalkt
v.v.t.
  1. had gebalkt
  2. had gebalkt
  3. had gebalkt
  4. hadden gebalkt
  5. hadden gebalkt
  6. hadden gebalkt
o.t.t.t.
  1. zal balken
  2. zult balken
  3. zal balken
  4. zullen balken
  5. zullen balken
  6. zullen balken
o.v.t.t.
  1. zou balken
  2. zou balken
  3. zou balken
  4. zouden balken
  5. zouden balken
  6. zouden balken
diversen
  1. balk!
  2. balkt!
  3. gebalkt
  4. balkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

balken [de ~] Nomen, Plural

  1. de balken (dwarsbalken; binten)
    la poutres; le traverses; le chevrons; le combles
  2. de balken (leggers)
    la poutres

Übersetzung Matrix für balken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chevrons balken; binten; dwarsbalken dakbinten; dakspanten; spanten
combles balken; binten; dwarsbalken dakbinten; dakspanten; spanten
poutres balken; binten; dwarsbalken; leggers
traverses balken; binten; dwarsbalken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
braire balken gillen; krijsen; schreeuwen
mugir balken brullen; foeteren; fulmineren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; krijsen; loeien; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen

Verwandte Wörter für "balken":


Wiktionary Übersetzungen für balken:

balken
verb
  1. het geluid van een ezel maken
balken
Cross Translation:
FromToVia
balken braire bray — to make the cry of a donkey