Most Recent niederländische Words:
hoofdarbeider drumstel pacht pachten verdoemen bewegen vitten tegelaarde schrappen voornaam thesis voornaamst inslapen zeug transito zweren zweer smijten opdagen commode hoofdeinde haardstede autostallingen omkeren omkeer gierzwaluw storen storend neurologie feestdis weleerwaarde erfopvolging zelfstandig afhandeling zelfstandige farmaceutisch strijdbaar gedeputeerde samenvallen manifesteren weglaten trans rollade gestalte smetteloos smetteloosheid net netjes opslaan achterbak taille aanvallen aanval verkroppen mesthoop aanbidden krat classificeren hallo lanterfanten lanterfant zullen wijden transparant wijd toekijken startknop creatie verlevendigen Oostzee verbetering verzeilen ontluiken bedingen beding vooroplopen terdege oppompen royeren bedoezelen opgepompt bedoezeld kus kussen ruggenmerg onderdeel indirect uithuizig onderdeeltje brutaliseren aftekenen amusement persbureau restaureren schort intrigeren domoor reistas volmachtigen calcium krenterig donderjagen schroomvallig geselen gesel hardoplezen stembureau tandvulling ontdoen fascineren fascinerend ontdaan knipbeugel knipbeugels borrel borrelen alliantie ingebouwde wegdrijven heiblok verlagen ouderdom passage beklimming rekeningoverzicht schuier kracht Telefoon krachten verlegen liquideren hannes ongerede akte kledij verdichting zaniken kameraadschappelijk gezanik doodgemoedereerd tribune komfoor heldhaftig emmer Emmer koningshuis communicatie moedeloos hardware verbeuzelen ruilverkeer zalf zalven onschendbaar onschendbaarheid badkamer verklappen schaapachtig kandijsuiker dichtgooien binnenwerpen arresteren façade onsamenhangend ontduiken geschrevene doorsnee aanrijding aanrijdingen correspondentie splijten bezoldiging dorpelinge huis huizen engel engeltje neologisme muts inscheuren toevalstreffer afzuigen opbiechten stommerik gejammer tussenzin tussenzinnen eenvoudig Eenvoudig onvermogen overdekken stoomboot meedelen aanvaarding bewandelen stapeling verbreiden teruggang verhuizen uiteengaan
Most Recent französische Words:
posture traité précipiter vaguer inoffensif différent toucher résider allécher altérer irritant cavalerie fermeté colporteur entrailles pulluler raison âge âgé présager carabine présage garde-manger résiliation journal Journal draperie libertinage invérifiable canaux taille tailler taillé inviolabilité lattage calomnieux asphyxier asphyxie asphyxié pince-monseigneur anesthésier descendance inoccupé gazeux continuer inaccessible poignée médecin peler risée rentrer chatouillement préférer expressif coryphée sève hérétique Europe bécane résineux oxydation allumer allumé aliment altération passivement réalisation crapuleux garçon membre princesse notablement châlit exception lignes pollen percuter agrégé semestriel calcium agraire machinerie téléopérateur côte incommoder recrue scalaire perception moucheté chaudière prétentieux crédibilité laver lave rémission émasculer faire-part résonance non-marié bateau-feu éclater colline suggérer pasticher pastiche vague sommet joyaux raisonablement déconseiller inexorable déflation gêner regret gênant aventurer quinine funambuler orteil véracité grappiller courageusement répétition aperception compréhensif douteux tribune engranger pied-à-terre appâter bonnet adultère éclaircissant enchanter fréquence subjonctif parabole assujetti interpellateur paroi Humour catapulte cambrioler trimballer faciliter défoncé ininterrompu persister noircir santé préoccupation murmurer peignoir grand-livre jetée conjecturer conjecture moulinet glanduleux crotte crotter crotte! embout débauche bavardage nivelation valider valide sauce saucer démarreur partisan fragilité émailler émaillé imaginations dégueuler antécédents bousilleur pivoter aiguiser volte-face entente montgolfière promotions carrément cuivrée flotter coffre-fort dénoter kérosène contretemps contre-temps non-éclatant interne interner cousine énormité disgracieux gagner