Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bien
|
|
activa; bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
|
bon
|
|
bon; coupon; tegoedbon; waardebon
|
bonne
|
|
dienstbode; dienstmeisje; huissloof; moeke; sloof; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bien
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
aanlokkelijk; aardig; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; braaf; deugdzaam; erg; gekuist; gereinigd; in hoge mate; in orde; knap; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; netjes; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verreweg; voorbeeldig; welgemaakt; zoet; zuiver
|
bon
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
aangenaam; aanlokkelijk; aardig; adequaat; akkoord; attent; behulpzaam; bekwaam; braaf; capabel; competent; eerlijk; gepast; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; in orde; juist; lekker; mee eens; mild; passend; plezierig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; smakelijk; tof; verlokkend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
|
bonne
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
|
céleste
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
engelachtig; goddelijk; heerlijk; hemels; lief; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
|
divin
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
engelachtig; goddelijk; heerlijk; hemels; lief; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
|
divinement
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
engelachtig; goddelijk; heerlijk; hemels; lief; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
|
délicat
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; breekbaar; broos; delicaat; dubieus; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gracieus; hachelijk; heel mooi; iel; kieskeurig; kritiek; kwestieus; kwetsbaar; lastig; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; netelig; niet makkelijk; omstreden; ongemakkelijk; penibel; precair; problematisch; sierlijk; slap; spichtig; sprieterig; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; twijfelachtig; uitgelezen; verdacht; verfijnd; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar; zwak
|
délicieuse
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
goddelijk; heerlijk; hemels; paradijselijk; verrukkelijk; zalig
|
délicieusement
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
goddelijk; heerlijk; hemels; mieters; paradijselijk; verrukkelijk; zalig
|
délicieux
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
aangenaam; fijn; goddelijk; heerlijk; hemels; lekker; mieters; paradijselijk; prettig; verrukkelijk; zalig
|
excellent
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
allerbest; beter dan de rest; briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; foutloos; geniaal; geweldig; goddelijk; grandioos; groots; heerlijk; hemels; lumineus; magnifiek; opperbest; paradijselijk; patent; perfect; prachtig; puik; schitterend; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; uitblinkend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; volmaakt; voortreffelijk; zalig
|
exquis
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
apart; bijzonder; delicaat; enig; enig in zijn soort; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; glorierijk; goddelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; paradijselijk; prachtig; schitterend; teerbesnaard; teergevoelig; uitgelezen; uniek; verrukkelijk; zalig
|
extrêmement bon
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
goddelijk; heerlijk; hemels; paradijselijk; verrukkelijk; zalig
|
magnifique
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
betoverend; briljant; fantastisch; fenomenaal; fonkelend; formidabel; geniaal; geweldig; glansrijk; glinsterend; goddelijk; grandioos; groots; heel mooi; heerlijk; hemels; imponerend; imposant; indrukwekkend; luisterrijk; lumineus; magistraal; magnifiek; meesterlijk; ontzagwekkend; paradijselijk; prachtig; puik; schitterend; uitgelezen; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; weids; zalig
|
ravissant
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; beeldig; beeldschoon; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goddelijk; goed ogend; heerlijk; hemels; knap; lief; liefelijk; lieflijk; mooi; paradijselijk; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend; welgevallig; zalig
|
savoureuse
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
|
savoureux
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
heerlijk; mals; mieters; smeuïg; verrukkelijk; zalig
|
splendide
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
beeldschoon; betoverend; briljant; fantastisch; fenomenaal; fonkelend; geniaal; geweldig; glinsterend; glorierijk; grandioos; groots; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; prachtig; riant; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; wonderschoon
|
superbe
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
best; betoverend; briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; geniaal; geweldig; grandioos; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; luisterrijk; lumineus; magnifiek; ontzagwekkend; prachtig; puik; ruim; schitterend; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; weids
|
superbement
|
heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
|
briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus
|