Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. speculeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für speculeren (Niederländisch) ins Spanisch

speculeren:

speculeren Verb (speculeer, speculeert, speculeerde, speculeerden, gespeculeerd)

  1. speculeren (met aandelen spelen)

Konjugationen für speculeren:

o.t.t.
  1. speculeer
  2. speculeert
  3. speculeert
  4. speculeren
  5. speculeren
  6. speculeren
o.v.t.
  1. speculeerde
  2. speculeerde
  3. speculeerde
  4. speculeerden
  5. speculeerden
  6. speculeerden
v.t.t.
  1. heb gespeculeerd
  2. hebt gespeculeerd
  3. heeft gespeculeerd
  4. hebben gespeculeerd
  5. hebben gespeculeerd
  6. hebben gespeculeerd
v.v.t.
  1. had gespeculeerd
  2. had gespeculeerd
  3. had gespeculeerd
  4. hadden gespeculeerd
  5. hadden gespeculeerd
  6. hadden gespeculeerd
o.t.t.t.
  1. zal speculeren
  2. zult speculeren
  3. zal speculeren
  4. zullen speculeren
  5. zullen speculeren
  6. zullen speculeren
o.v.t.t.
  1. zou speculeren
  2. zou speculeren
  3. zou speculeren
  4. zouden speculeren
  5. zouden speculeren
  6. zouden speculeren
en verder
  1. ben gespeculeerd
  2. bent gespeculeerd
  3. is gespeculeerd
  4. zijn gespeculeerd
  5. zijn gespeculeerd
  6. zijn gespeculeerd
diversen
  1. speculeer!
  2. speculeert!
  3. gespeculeerd
  4. speculerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für speculeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
especular met aandelen spelen; speculeren gissen; gissing maken; raden; speculeren op; theoretiseren
espescular al alza a la baja met aandelen spelen; speculeren

Wiktionary Übersetzungen für speculeren:

speculeren
verb
  1. inzetten op een bepaalde kans, meestal met hoog risico

Cross Translation:
FromToVia
speculeren especular agioter — Faire l’agiotage.
speculeren jugar; especular; tocar jouerTraductions à trier suivant le sens.

Verwandte Übersetzungen für speculeren