Niederländisch

Detailübersetzungen für somberheid (Niederländisch) ins Spanisch

somberheid:

somberheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de somberheid (triestheid; treurnis)
    la tristeza; la oscuridad; la melancolía; la tenebrosidad; el estado sombrío
  2. de somberheid (kleurloosheid; grauwheid)
    la palidez; la sosería; la incoloridad
  3. de somberheid (neerslachtigheid; zwaarmoedigheid; gedeprimeerdheid)
    la desesperación; el estado sombrío; la depresión; el desaliento; la desolación; la aflicción; el desespero; el abatimiento
  4. de somberheid (grauwheid; kleurloosheid; grijsheid; grauwte)
    la palidez; la lividez; la incoloridad

Übersetzung Matrix für somberheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abatimiento gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid depressie; misnoegen; ongenoegen; ontevredenheid; radeloosheid; verslagenheid; vertwijfeling; wanhoop; ziekelijke neerslachtigheid
aflicción gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid bedroefdheid; bitterheid; chagrijn; droefenis; droefheid; ellende; ergernis; kommer; kruis; kwel; leed; misère; ongeluk; pijn; radeloosheid; ramp; rampspoed; rouw; smart; verdriet; vertwijfeling; wanhoop; wrangheid
depresión gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid achteruitgang; crisis; depressie; diepte; droefgeestigheid; drukminimum; inzinking; laagconjunctuur; laagte; lage luchtdruk; lagedrukgebied; malaise; melancholie; radeloosheid; slapheid; slapte; vertwijfeling; wanhoop; ziekelijke neerslachtigheid
desaliento gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid ontmoediging; radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
desesperación gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid ontreddering; radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
desespero gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
desolación gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; zwaarmoedigheid afgezonderdheid; eenzaamheid; isolement; radeloosheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verlatenheid; vertwijfeling; wanhoop
estado sombrío gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; treurnis; triestheid; zwaarmoedigheid droefgeestigheid; melancholie; radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
incoloridad grauwheid; grauwte; grijsheid; kleurloosheid; somberheid
lividez grauwheid; grauwte; grijsheid; kleurloosheid; somberheid
melancolía somberheid; treurnis; triestheid bedroefdheid; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; kruis; kwel; leed; melancholie; ongeluk; pijn; radeloosheid; rouw; smart; vertwijfeling; wanhoop; weemoed
oscuridad somberheid; treurnis; triestheid donker; duister; duisterheid; duisternis; onbekendheid; onduidelijkheid; radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
palidez grauwheid; grauwte; grijsheid; kleurloosheid; somberheid bleekheid; fletsheid; pipsheid; vaalheid
sosería grauwheid; kleurloosheid; somberheid bevreesdheid; flauwheid; zonder veel smaak; zouteloosheid
tenebrosidad somberheid; treurnis; triestheid
tristeza somberheid; treurnis; triestheid bedroefdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ergernis; kruis; kwel; leed; melancholie; ongeluk; pijn; radeloosheid; rouw; smart; smarten; treurigheid; treurnis; verdriet; vertwijfeling; wanhoop; zieligheid

Verwandte Wörter für "somberheid":


Wiktionary Übersetzungen für somberheid:


Cross Translation:
FromToVia
somberheid abatimiento; ahilo; melancolía; deducción; apatía abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.

somber:

somber Adjektiv

  1. somber (triest; zwaarmoedig; troosteloos; naargeestig)
    triste; melancólico; sombrio; tenebroso; oscuro
  2. somber (naargeestig; naar)
  3. somber (troosteloos; triest; mistroostig; grauw; vreugdeloos)
    apagado; triste; deprimido; desolador; sombrío; desolado; deplorable; melancólico; grisáceo

Übersetzung Matrix für somber:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desgraciado bastaard; buitenechtelijk kind; drommel; ellendeling; etter; etterbak; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lelijkerd; lomperd; mispunt; ongelukkige; proleet; schlemiel; schoft; schurk; slemiel; slungel; smeerlap; stakker; stuk ongeluk; stumper; sukkel; vlegel; watje; zielenpiet
melancólico melancholicus
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sombrear beschaduwen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apagado grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos afsluitings-; beslagen; bleek; dof; effen; egaal; eruit; flets; futloos; geblust; gedempt; gelijk; geslepen; glad; glansloos; halfluid; ingetogen; kleurloos; lamlendig; lusteloos; mat; niet helder; oververmoeid; plat; slap; stemmig; strak; uit; uitgeblust; van; vanaf nu; vanuit; vlak; vlakuit
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apagado afsluiten
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
deplorable grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; beklagenswaardig; belazerd; beroerd; betreurenswaardig; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; ernstig; gedrukt; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; karig; kwalijk; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; pover; rampzalig; rouwig; schamel; schraal; sneu; spijtig; stakkerig; teleurstellend; ten hemel schreiend; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; van bedenkelijke aard; verdrietig; week; zeer ergerlijk; zielig; zwak
deprimente naar; naargeestig; somber akelig; beroerd; ellendig; naar; onbehaaglijk; ongezellig
deprimido grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos bedrukt; depressief; gedeprimeerd; gedrukt; mineur; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; pessimistisch; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig
desagradable naar; naargeestig; somber achterbaks; akelig; bedeesd; beroerd; beschroomd; betreurenswaardig; bleu; brutaal; deerlijk; doortrapt; ellendig; erg; ernstig; gegeneerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; helaas; hinderlijk; hondsbrutaal; in het geniep; jammer; jammer genoeg; jammerlijk; kil; koud en vochtig; kwalijk; lastig; leep; listig; naar; onaangenaam; onaardig; onappetijtelijk; onbehaaglijk; onbevredigend; ondankbaar; ongelegen; ongezellig; onhartelijk; onhebbelijk; onheus; onplezierig; onprettig; onsmakelijk; onsympathiek; ontoereikend; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvoldoende; onvriendelijk; onwelwillend; onwennig; schroomvallig; schuchter; slinks; sluw; sneu; snood; spijtig; stiekem; storend; teleurstellend; timide; uitgekookt; van bedenkelijke aard; verlegen; vrijpostig; walgelijk; wrangig
desgraciado naar; naargeestig; somber betreurenswaardig; deerlijk; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; onvolwaardig; onzalig; rampspoedig; rouwig; schandalig; schandelijk; sneu; spijtig; teleurstellend; ten hemel schreiend; treurig; verdrietig; verfoeilijk; vol tegenslag; zeer ergerlijk
desolado grauw; mistroostig; naar; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos afgezonderd; akelig; bedrukt; beroerd; desolaat; eenzaam; ellendig; gedrukt; helaas; jammer; jammer genoeg; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; neerslachtig; niet te troosten; ontroostbaar; sneu; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig; verlaten; zielsbedroefd
desolador grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos akelig; beroerd; ellendig; naar
disgustoso naar; naargeestig; somber akelig; beroerd; ellendig; naar
grisáceo grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos grauw; grauwkleurig; grijs; grijsachtig; grijzig; vaal
horrible naar; naargeestig; somber afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotend voor zintuigen; akelig; barbaars; beestachtig; beroerd; bruut; deplorabel; dreigend; ellendig; eng; gedrochtelijk; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; ijzingwekkend; inhumaan; lamlendig; lelijk; meelijwekkend; miserabel; misvormd; monsterlijk; naar; onmenselijk; ontzettend; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; wanstaltig; week; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk; zwak
indeseable naar; naargeestig; somber akelig; beroerd; ellendig; naar
infame naar; naargeestig; somber beroerd; deplorabel; eerloos; ellendig; gemeen; godgeklaagd; hemeltergend; infaam; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lamlendig; meelijwekkend; min; miserabel; onedel; oneerbaar; ontaard; ontzettend; onzedelijk; onzedig; ploertig; schandalig; slecht; snood; ten hemel schreiend; vals; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk
lamentable naar; naargeestig; somber akelig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; excessief; extreem; flodderig; gedrukt; haveloos; heel erg; hogelijk; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rampzalig; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; ten zeerste; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; uitermate; uiterst; verdrietig; verlopen; week; zeer; zwak
lastimoso naar; naargeestig; somber akelig; beklagend; beroerd; chagrijnig; deplorabel; ellendig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; knorrig; lastige; meelijwekkend; miserabel; naar; negatief; nukkig; nurks; rouwig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; treurig; verdrietig; zeurderig
melancólico grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig bedrukt; droefgeestig; gedrukt; melancholiek; melancholisch; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig; weemoedig
oscuro naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; grauwkleurig; grijs; louche; melancholische; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onverlicht; verdacht; wollig
sombrear naar; naargeestig; somber grauwkleurig; grijs; melancholische
sombrio naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig
sombrío grauw; mistroostig; naar; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos aan een ziekte lijdend; akelig; bedrukt; beroerd; donker; dreigend; dubieus; duister; ellendig; eng; gedrukt; glibberig; grauwkleurig; griezelig; grijs; helaas; huiveringwekkend; jammer; jammer genoeg; louche; luguber; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; neerslachtig; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; pessimistisch; sinister; sneu; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdacht; verdrietig; wollig; ziek; zwartgallig
tenebroso naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig beangstigend; dreigend; duister; eng; huiveringwekkend; louche; luguber; niet duidelijk; niet helder; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onhelder; onklaar; sinister; troebel; vaag; verdacht; wollig
triste grauw; mistroostig; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos; zwaarmoedig aan een ziekte lijdend; armzalig; bar; bedroefd; bedroevend; bedrukt; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; droef; droefgeestig; droevig; druilerig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; gedrukt; helaas; jammer; jammer genoeg; meelijwekkend; melancholisch; melancholische; miezerig; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pessimistisch; rampzalig; rouwig; sneu; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; verdrietig; week; ziek; zwak

Verwandte Wörter für "somber":


Antonyme für "somber":


Verwandte Definitionen für "somber":

  1. als je treurig voelt of piekert1
    • er heerste een sombere stemming1
  2. met weinig licht of kleur1
    • dat is een somber gebouw1

Wiktionary Übersetzungen für somber:

somber
adjective
  1. in neergeslagen stemming

Cross Translation:
FromToVia
somber triste; mohino; horrible; lúgubre; bronco; brusko; aburrido maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
somber adusto; encapotado; cubierto; oscuro; sombrío; triste; mohino sombre — Qui est peu éclairer ; qui recevoir peu de lumière ; qui est obscur.