Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. overstijgen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overstijgen (Niederländisch) ins Spanisch

overstijgen:

overstijgen Verb (overstijg, overstijgt, oversteeg, overstegen, overstegen)

  1. overstijgen

Konjugationen für overstijgen:

o.t.t.
  1. overstijg
  2. overstijgt
  3. overstijgt
  4. overstijgen
  5. overstijgen
  6. overstijgen
o.v.t.
  1. oversteeg
  2. oversteeg
  3. oversteeg
  4. overstegen
  5. overstegen
  6. overstegen
v.t.t.
  1. ben overstegen
  2. bent overstegen
  3. is overstegen
  4. zijn overstegen
  5. zijn overstegen
  6. zijn overstegen
v.v.t.
  1. was overstegen
  2. was overstegen
  3. was overstegen
  4. waren overstegen
  5. waren overstegen
  6. waren overstegen
o.t.t.t.
  1. zal overstijgen
  2. zult overstijgen
  3. zal overstijgen
  4. zullen overstijgen
  5. zullen overstijgen
  6. zullen overstijgen
o.v.t.t.
  1. zou overstijgen
  2. zou overstijgen
  3. zou overstijgen
  4. zouden overstijgen
  5. zouden overstijgen
  6. zouden overstijgen
diversen
  1. overstijg!
  2. overstijgt!
  3. overstegen
  4. overstijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overstijgen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
superar overtreffen; voorbijstreven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exceder overstijgen aftroeven; overbieden; overtreffen; overtroeven
hacer una oferta mejor overstijgen overbieden; overtreffen; voorbijstreven
sobrepasar overstijgen afsteken; aftroeven; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; overbieden; overtreffen; overtroeven; overvleugelen; uitspringen; uitsteken; voorbijstreven
sobrepujar overstijgen aftroeven; overbieden; overtreffen; overtroeven; voorbijstreven
superar overstijgen ontgroeien; overbieden; overtreffen; voorbijstreven

Wiktionary Übersetzungen für overstijgen:


Cross Translation:
FromToVia
overstijgen exceder exceed — to go beyond the limits of something
overstijgen sobrepasar surpass — to exceed
overstijgen exceder excéderoutrepasser, aller au-delà de certaines limites.