Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onstabiel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onstabiel (Niederländisch) ins Spanisch

onstabiel:

onstabiel Adjektiv

  1. onstabiel

Übersetzung Matrix für onstabiel:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
variable variabele
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cambiante onstabiel grillig; inconsistent; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variabel; variërend; veranderlijk; wispelturig; wisselend; wisselvallig
inconstante onstabiel chagrijnig; fladderig; geestelijk onstabiel; gemelijk; grillig; humeurig; inconsistent; knorrig; labiel; lichtjes; nukkig; nurks; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; variabel; variërend; veranderlijk; vlinderachtig; wispelturig; wisselvallig
inestable onstabiel buiig; chagrijnig; geestelijk onstabiel; gemelijk; humeurig; inconsistent; insolide; knorrig; labiel; los; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; nukkig; nurks; onbestendig; onduidelijk; ongewis; onhelder; onklaar; onvast; rank; sikkeneurig; slecht gehumeurd; troebel; vaag; variabel; variërend; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
lábil onstabiel geestelijk onstabiel; insolide; labiel; los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend
poco consistente onstabiel geestelijk onstabiel; insolide; labiel
tambaleante onstabiel fluctuerend; geestelijk onstabiel; heen en weer bewegend; insolide; labiel; los; onvast; rank; schommelend; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelend
variable onstabiel ettelijke; meerdere; onbestendig; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; verscheidene; verschillende; wisselend; wisselvallig
versátil onstabiel buigbaar; flexibel; kneedbaar; soepel; variabele; vormbaar

Verwandte Wörter für "onstabiel":

  • onstabiele

Verwandte Übersetzungen für onstabiel