Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onrealiseerbaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onrealiseerbaar (Niederländisch) ins Spanisch

onrealiseerbaar:

onrealiseerbaar Adjektiv

  1. onrealiseerbaar (onhaalbaar; ondoenlijk; onuitvoerbaar)

Übersetzung Matrix für onrealiseerbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absurdo achterlijkheid; apekool; flauwekul; gebeuzel; geestesziekte; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; krankzinnigheid; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absurdo ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar absurd; achterlijk; belachelijk; bespottelijk; dom; dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; irrationeel; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; niet rationeel; nutteloos; onberedeneerd; onbezonnen; ongerijmd; onverstandig; onwijs; onzinnig; redeloos; ridicuul; stom; stupide; suf; typisch; vreemd; zinloos; zot
imposible ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar onbegonnen; onbestaanbaar; onpraktisch; onuitvoerbaar
impracticable ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar onbegonnen; onbespeelbaar; onpraktisch; onuitvoerbaar
inalcanzable ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar onbereikbaar; ondoordringbare; ongenaakbaar; onontvankelijk; onrealistisch
irreal ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar irreeel; irreëel; onbestaanbaar; onrealistisch; onwerkelijk; onwezenlijk
irrealizable ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar onbegonnen; onpraktisch; onrealistisch; onuitvoerbaar
no viable ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar onrealistisch
ridículo ondoenlijk; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar absurd; belachelijk; beschonken; bespottelijk; bezopen; dronken; geestelijk gestoord; gek; lachwekkend; ladderzat; ongerijmd; ridicuul; zat