Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. interviewen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für interviewt (Niederländisch) ins Spanisch

interviewt form of interviewen:

interviewen Verb (interview, interviewt, interviewde, interviewden, geïnterviewd)

  1. interviewen (een interview houden)

Konjugationen für interviewen:

o.t.t.
  1. interview
  2. interviewt
  3. interviewt
  4. interviewen
  5. interviewen
  6. interviewen
o.v.t.
  1. interviewde
  2. interviewde
  3. interviewde
  4. interviewden
  5. interviewden
  6. interviewden
v.t.t.
  1. heb geïnterviewd
  2. hebt geïnterviewd
  3. heeft geïnterviewd
  4. hebben geïnterviewd
  5. hebben geïnterviewd
  6. hebben geïnterviewd
v.v.t.
  1. had geïnterviewd
  2. had geïnterviewd
  3. had geïnterviewd
  4. hadden geïnterviewd
  5. hadden geïnterviewd
  6. hadden geïnterviewd
o.t.t.t.
  1. zal interviewen
  2. zult interviewen
  3. zal interviewen
  4. zullen interviewen
  5. zullen interviewen
  6. zullen interviewen
o.v.t.t.
  1. zou interviewen
  2. zou interviewen
  3. zou interviewen
  4. zouden interviewen
  5. zouden interviewen
  6. zouden interviewen
en verder
  1. ben geïnterviewd
  2. bent geïnterviewd
  3. is geïnterviewd
  4. zijn geïnterviewd
  5. zijn geïnterviewd
  6. zijn geïnterviewd
diversen
  1. interview!
  2. interviewt!
  3. geïnterviewd
  4. interviewend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für interviewen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entrevistar een interview houden; interviewen gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
mantener una entrevista een interview houden; interviewen

Verwandte Wörter für "interviewen":


Wiktionary Übersetzungen für interviewen:

interviewen
verb
  1. een vraaggesprek met iemand houden

Cross Translation:
FromToVia
interviewen entrevistar interview — to obtain an interview