Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. innaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für innaaien (Niederländisch) ins Spanisch

innaaien:

innaaien Verb (naai in, naait in, naaide in, naaiden in, ingenaaid)

  1. innaaien

Konjugationen für innaaien:

o.t.t.
  1. naai in
  2. naait in
  3. naait in
  4. naaien in
  5. naaien in
  6. naaien in
o.v.t.
  1. naaide in
  2. naaide in
  3. naaide in
  4. naaiden in
  5. naaiden in
  6. naaiden in
v.t.t.
  1. heb ingenaaid
  2. hebt ingenaaid
  3. heeft ingenaaid
  4. hebben ingenaaid
  5. hebben ingenaaid
  6. hebben ingenaaid
v.v.t.
  1. had ingenaaid
  2. had ingenaaid
  3. had ingenaaid
  4. hadden ingenaaid
  5. hadden ingenaaid
  6. hadden ingenaaid
o.t.t.t.
  1. zal innaaien
  2. zult innaaien
  3. zal innaaien
  4. zullen innaaien
  5. zullen innaaien
  6. zullen innaaien
o.v.t.t.
  1. zou innaaien
  2. zou innaaien
  3. zou innaaien
  4. zouden innaaien
  5. zouden innaaien
  6. zouden innaaien
en verder
  1. ben er ingenaaid
  2. bent er ingenaaid
  3. is er ingenaaid
  4. zijn er ingenaaid
  5. zijn er ingenaaid
  6. zijn er ingenaaid
diversen
  1. naai in!
  2. naait in!
  3. ingenaaid
  4. innaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für innaaien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ajustar innaaien aanpassen; afstellen; afstemmen; betamen; bijstellen; conveniëren; correct zijn; deugen; ervan uitgaan; fijn bewerken; geschikt zijn; herstellen; in orde brengen; in orde maken; kloppen; overeenbrengen; passen; passend zijn; regelen; repareren; strak maken; uitkomen; uitlijnen; uitrekken; vernieuwen
coser innaaien beminnen; de liefde bedrijven; doorstikken; hechten; liefkozen; minnekozen; minnen; naaien; opnaaien; opstikken; stikken; vastnaaien; vrijen
coser en innaaien