Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. hooggeleerd:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hooggeleerd (Niederländisch) ins Spanisch

hooggeleerd:

hooggeleerd Adjektiv

  1. hooggeleerd (gestudeerd; erudiet; wijs; )
    sabio; letrado; muy desarrollado; erudito; juicioso; docto

Übersetzung Matrix für hooggeleerd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erudito erudiet; geletterde; hooggeleerde; intellectueel; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar
sabio hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
docto belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; geschoold; onderlegd; onderwezen
erudito belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; geschoold; intelligent; onderwezen; slim; wijs
juicioso belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; competent; deskundig; intelligent; omzichtig; oordeelkundig; pienter; schrander; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
letrado belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld akademisch
muy desarrollado belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
sabio belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedachtzaam; correct; diep; diepzinnig; doordacht; geleerd; geniaal; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; vernuftig; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig

Verwandte Wörter für "hooggeleerd":