Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. feilloos:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für feilloos (Niederländisch) ins Spanisch

feilloos:

feilloos Adjektiv

  1. feilloos (foutloos; zuiver)
    perfecto; impecable; infalible; inequívoco; imáculo

Übersetzung Matrix für feilloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
impecable feilloos; foutloos; zuiver bacteriënvrij; brandhelder; brandschoon; correct; exact; fatsoenlijk; gaaf; gelikt; haarfijn; keurig; kiemvrij; kraakhelder; loepzuiver; netjes; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; ordentelijk; picobello; piekfijn; precies; puntgaaf; ragfijn; smetteloos; tiptop; vlekkeloos; vrij van ziektekiemen
imáculo feilloos; foutloos; zuiver beeldschoon
inequívoco feilloos; foutloos; zuiver algemeen begrijpbaar; direct; duidelijk; eenduidig; flagrant; helder; klaar als een klontje; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
infalible feilloos; foutloos; zuiver onfeilbaar
perfecto feilloos; foutloos; zuiver af; afgedaan; afgelopen; foutloos; gaaf; gelikt; gereed; geëindigd; heel; hoogwaardig; ideaal; intact; klaar; maagdelijk; mieters; onaangeraakt; onaangetast; ongerept; over; patent; perfect; perfekt; picobello; piekfijn; prima; puntgaaf; puur; schitterend; tiptop; tof; uit; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; virginaal; volmaakt; voltooid; voorbij; voortreffelijk; zuiver

Verwandte Wörter für "feilloos":


Wiktionary Übersetzungen für feilloos:


Cross Translation:
FromToVia
feilloos perfecto; impecable flawless — perfect; without flaws, shortcomings or defects

Verwandte Übersetzungen für feilloos