Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. slaperigheid:
  2. slaperig:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für slaperigheid (Niederländisch) ins Spanisch

slaperigheid:

slaperigheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de slaperigheid (lodderigheid; slaapdronkenheid; soezerigheid)
    la somnolencia; la soñolencia

Übersetzung Matrix für slaperigheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
somnolencia lodderigheid; slaapdronkenheid; slaperigheid; soezerigheid doezelen; dommelen; dutten; gedoezel; gedommel; gedut; gesoes; soezen
soñolencia lodderigheid; slaapdronkenheid; slaperigheid; soezerigheid dutten; gedut

Verwandte Wörter für "slaperigheid":


Wiktionary Übersetzungen für slaperigheid:


Cross Translation:
FromToVia
slaperigheid somnolencia; sueño; tuto Schläfrigkeit — das Verspüren des Bedürfnisses nach Schlaf, die Neigung zum Einschlafen

slaperigheid form of slaperig:

slaperig Adjektiv

  1. slaperig (versuft; lodderig; suffig; dommelig)

Übersetzung Matrix für slaperig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adormilado dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft doezelig; soezerig; soezig; suf
medio dormido dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft slaapdronken; soezig
somnoliento dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft soezig
soñoliento dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft daas; doezelig; dof; dromerig; eentonig; geesteloos; mat; mijmerend; monotoon; saai; slaapverwekkend; soezend; soezerig; soezig; suf; suffend; versuft

Verwandte Wörter für "slaperig":

  • slaperigheid, slaperiger, slaperigere, slaperigst, slaperigste, slaperige

Wiktionary Übersetzungen für slaperig:

slaperig
adjective
  1. behoefte tot slaap vertonend

Cross Translation:
FromToVia
slaperig sopor; somnolencia; soñolencia drowsiness — State of being drowsy
slaperig adormecido; soñoliento; somnífero; soporífero; somnoliento drowsy — inclined to drowse
slaperig cansado; adormecido; sueño; soñoliento sleepy — feeling the need for sleep
slaperig somnoliento schläfrig — ein Bedürfnis nach Schlaf verspürend, geneigt einschlafen