Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. sarcastisch:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sarcastisch (Niederländisch) ins Spanisch

sarcastisch:

sarcastisch Adjektiv

  1. sarcastisch (met sarcasme)
    mordaz; sarcástico; acerbo; punzante; cáustico

Übersetzung Matrix für sarcastisch:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acerbo met sarcasme; sarcastisch
cáustico met sarcasme; sarcastisch bijtend; bijtende; bits; bitter teleurgesteld; doordringend; fel; felle; gemeen; gierig; inbijtend; inhalig; invretend; inwerkend; kattig; krenterig; onderdrukt; opgekropt; pinnig; scherp; schraperig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vlijmend; vlijmscherp; vrekkig
mordaz met sarcasme; sarcastisch bijtend; bijtende; bitter teleurgesteld; doordringend; fel; felle; gemeen; grimmig; hanig; onderdrukt; opgekropt; pinnig; scherp; snibbig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
punzante met sarcasme; sarcastisch gevat; messcherp; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; stekend; uitgeslapen; vlijmend; vlijmscherp
sarcástico met sarcasme; sarcastisch bitter; galachtig; hatelijk; honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; stekelig; vijandig; zuur

Verwandte Wörter für "sarcastisch":

  • sarcastische

Wiktionary Übersetzungen für sarcastisch:


Cross Translation:
FromToVia
sarcastisch sarcástico sarkastisch — beißend, beziehungsweise verbittert höhnisch (auch: stärkere Form von ironisch)
sarcastisch sarcástico sarcastic — Containing sarcasm
sarcastisch sarcástico sarcastic — Having the personality trait of expressing sarcasm

Computerübersetzung von Drittern: