Niederländisch
Detailübersetzungen für oprollen (Niederländisch) ins Spanisch
oprollen:
-
oprollen (opstropen)
Konjugationen für oprollen:
o.t.t.
- rol op
- rolt op
- rolt op
- rollen op
- rollen op
- rollen op
o.v.t.
- rolde op
- rolde op
- rolde op
- rolden op
- rolden op
- rolden op
v.t.t.
- heb opgerold
- hebt opgerold
- heeft opgerold
- hebben opgerold
- hebben opgerold
- hebben opgerold
v.v.t.
- had opgerold
- had opgerold
- had opgerold
- hadden opgerold
- hadden opgerold
- hadden opgerold
o.t.t.t.
- zal oprollen
- zult oprollen
- zal oprollen
- zullen oprollen
- zullen oprollen
- zullen oprollen
o.v.t.t.
- zou oprollen
- zou oprollen
- zou oprollen
- zouden oprollen
- zouden oprollen
- zouden oprollen
en verder
- ben opgerold
- bent opgrold
- is opgerold
- zijn opgerold
- zijn opgerold
- zijn opgerold
diversen
- rol op!
- rolt op!
- opgerold
- oprollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für oprollen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arremangar | oprollen; opstropen | |
remangar | oprollen; opstropen |
Verwandte Definitionen für "oprollen":
Wiktionary Übersetzungen für oprollen:
oprollen
Cross Translation:
verb
-
zich ~, tot een rol vormen
-
een (semi-)georganiseerde groep arresteren
- oprollen → desarticular
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oprollen | → enroscar | ↔ roll — to wrap round on itself |
• oprollen | → envolver; embrollar | ↔ roll — to bind or involve by winding |
• oprollen | → enrollar; envolver; bobinar | ↔ enrouler — rouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même. |