Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. vergiftigen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vergiftigen (Niederländisch) ins Spanisch

vergiftigen:

vergiftigen Verb (vergiftig, vergiftigt, vergiftigde, vergiftigden, vergiftigd)

  1. vergiftigen (verpesten; infecteren)

Konjugationen für vergiftigen:

o.t.t.
  1. vergiftig
  2. vergiftigt
  3. vergiftigt
  4. vergiftigen
  5. vergiftigen
  6. vergiftigen
o.v.t.
  1. vergiftigde
  2. vergiftigde
  3. vergiftigde
  4. vergiftigden
  5. vergiftigden
  6. vergiftigden
v.t.t.
  1. heb vergiftigd
  2. hebt vergiftigd
  3. heeft vergiftigd
  4. hebben vergiftigd
  5. hebben vergiftigd
  6. hebben vergiftigd
v.v.t.
  1. had vergiftigd
  2. had vergiftigd
  3. had vergiftigd
  4. hadden vergiftigd
  5. hadden vergiftigd
  6. hadden vergiftigd
o.t.t.t.
  1. zal vergiftigen
  2. zult vergiftigen
  3. zal vergiftigen
  4. zullen vergiftigen
  5. zullen vergiftigen
  6. zullen vergiftigen
o.v.t.t.
  1. zou vergiftigen
  2. zou vergiftigen
  3. zou vergiftigen
  4. zouden vergiftigen
  5. zouden vergiftigen
  6. zouden vergiftigen
diversen
  1. vergiftig!
  2. vergiftigt!
  3. vergiftigd
  4. vergiftigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vergiftigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
emponzoñar infecteren; vergiftigen; verpesten iets vergallen; verknoeien
intoxicar infecteren; vergiftigen; verpesten

Wiktionary Übersetzungen für vergiftigen:

vergiftigen
verb
  1. blootstellen aan een voor het lichaam schadelijke vreemde stof

Cross Translation:
FromToVia
vergiftigen intoxicar; emborrachar intoxicate — To stupefy by doping with chemical substances such as alcohol
vergiftigen envenenar poison — to use poison to kill or paralyse