Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: aansnoeren

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: aansnoeren

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

aansnoeren:
- Wiktionary:
  aansnoeren → agarrotar

Niederländisch

Detailübersetzungen für aansnoeren (Niederländisch) ins Spanisch

aansnoeren: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

aan: a
snoeren: atar; cuerdas; cordones; cables; flexibles
snoer: hilo; cable; flexible; cadena; gama; corona; collar; serie; ciclo; secuencia; esfera; sucesión; círculo; cerco; halo; hilera; ojera; esposas; gargantilla; grillos; progresión; cadenita; cadenilla; halón; cordón circunvalatorio

Spelling Suggestions for: aansnoeren

snoeren; aansmeren; aansporen; aanvoeren; afsnoeren; aanroeren; aansneden; aansturen; aanleveren; aanleren

Wiktionary Übersetzungen für aansnoeren:

aansnoeren

verb

vaster snoeren
- aansnoeren → agarrotar

Computerübersetzung von Drittern: