Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. warmen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für warmen (Niederländisch) ins Englisch

warmen:

warmen Verb (warm, warmt, warmde, warmden, gewarmd)

  1. warmen
    to warm; to warm up; to heat up; to heat
    • warm Verb (warms, warmed, warming)
    • warm up Verb (warms up, warmed up, warming up)
    • heat up Verb (heats up, heated up, heating up)
    • heat Verb (heats, heated, heating)

Konjugationen für warmen:

o.t.t.
  1. warm
  2. warmt
  3. warmt
  4. warmen
  5. warmen
  6. warmen
o.v.t.
  1. warmde
  2. warmde
  3. warmde
  4. warmden
  5. warmden
  6. warmden
v.t.t.
  1. heb gewarmd
  2. hebt gewarmd
  3. heeft gewarmd
  4. hebben gewarmd
  5. hebben gewarmd
  6. hebben gewarmd
v.v.t.
  1. had gewarmd
  2. had gewarmd
  3. had gewarmd
  4. hadden gewarmd
  5. hadden gewarmd
  6. hadden gewarmd
o.t.t.t.
  1. zal warmen
  2. zult warmen
  3. zal warmen
  4. zullen warmen
  5. zullen warmen
  6. zullen warmen
o.v.t.t.
  1. zou warmen
  2. zou warmen
  3. zou warmen
  4. zouden warmen
  5. zouden warmen
  6. zouden warmen
diversen
  1. warm!
  2. warmt!
  3. gewarmd
  4. warmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für warmen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heat bronst; krolsheid; loopsheid; manche; tochtigheid
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heat warmen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
heat up warmen
warm warmen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
warm up warmen op temperatuur brengen; warm worden
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
warm Warm; hartelijk; minnelijk; vriendelijk
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
warm warm
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
warm gloedvol; liefderijk; liefdevol

Verwandte Übersetzungen für warmen