Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. rammen:
  2. Wiktionary:
    • rammen → ram


Niederländisch

Detailübersetzungen für ramt (Niederländisch) ins Englisch

ramt form of rammen:

rammen Verb (ram, ramt, ramde, ramden, geramd)

  1. rammen (beuken)
    to pound
    • pound Verb (pounds, pounded, pounding)
  2. rammen (bonken; slaan; hameren)
    to hammer; to thump; to bang
    • hammer Verb (hammers, hammered, hammering)
    • thump Verb (thumps, thumped, thumping)
    • bang Verb (bangs, banged, banging)
  3. rammen (stompen; hengsten)
    to punch; to push; to thump
    • punch Verb (punches, punched, punching)
    • push Verb (pushes, pushed, pushing)
    • thump Verb (thumps, thumped, thumping)

Konjugationen für rammen:

o.t.t.
  1. ram
  2. ramt
  3. ramt
  4. rammen
  5. rammen
  6. rammen
o.v.t.
  1. ramde
  2. ramde
  3. ramde
  4. ramden
  5. ramden
  6. ramden
v.t.t.
  1. heb geramd
  2. hebt geramd
  3. heeft geramd
  4. hebben geramd
  5. hebben geramd
  6. hebben geramd
v.v.t.
  1. had geramd
  2. had geramd
  3. had geramd
  4. hadden geramd
  5. hadden geramd
  6. hadden geramd
o.t.t.t.
  1. zal rammen
  2. zult rammen
  3. zal rammen
  4. zullen rammen
  5. zullen rammen
  6. zullen rammen
o.v.t.t.
  1. zou rammen
  2. zou rammen
  3. zou rammen
  4. zouden rammen
  5. zouden rammen
  6. zouden rammen
en verder
  1. ben geramd
  2. bent geramd
  3. is geramd
  4. zijn geramd
  5. zijn geramd
  6. zijn geramd
diversen
  1. ram!
  2. ramt!
  3. geramd
  4. rammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rammen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bang bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
hammer hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
pound pond
punch dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; hengst; klap; klappen; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opdonders; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
push duw; duwtje; knopje; por; stoot; stootje; zet
thump bons; dreun; klap; knal; kwak; pof; smak
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bang bonken; hameren; rammen; slaan een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; knallen; meppen; slaan; timmeren
hammer bonken; hameren; rammen; slaan een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; klinken; kloppen met een hamer; meppen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
pound beuken; rammen fijnwrijven
punch hengsten; rammen; stompen doorponsen; een opdonder verkopen; ponsen; stansen
push hengsten; rammen; stompen aanduwen; avanceren; dringen; duwen; helpen; promoten; schuiven; schuivend verplaatsen; verhandelen; verkopen; verschuiven; voor zich uitschuiven; voortschuiven
thump bonken; hameren; hengsten; rammen; slaan; stompen
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bang boem

Verwandte Wörter für "rammen":


Wiktionary Übersetzungen für rammen:

rammen
verb
  1. intentionally collide with (a ship)
  2. strike (something) hard

Computerübersetzung von Drittern: