Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. optellen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für optellen (Niederländisch) ins Englisch

optellen:

optellen Verb (tel op, telt op, telde op, telden op, opgeteld)

  1. optellen (bijtellen; erbij tellen; bijrekenen)
    to count up; to add; tally up; total
  2. optellen
    foot
    – To total amounts vertically. The resulting sum can be checked against a total obtained by cross-footing (adding amounts horizontally). 1

Konjugationen für optellen:

o.t.t.
  1. tel op
  2. telt op
  3. telt op
  4. tellen op
  5. tellen op
  6. tellen op
o.v.t.
  1. telde op
  2. telde op
  3. telde op
  4. telden op
  5. telden op
  6. telden op
v.t.t.
  1. heb opgeteld
  2. hebt opgeteld
  3. heeft opgeteld
  4. hebben opgeteld
  5. hebben opgeteld
  6. hebben opgeteld
v.v.t.
  1. had opgeteld
  2. had opgeteld
  3. had opgeteld
  4. hadden opgeteld
  5. hadden opgeteld
  6. hadden opgeteld
o.t.t.t.
  1. zal optellen
  2. zult optellen
  3. zal optellen
  4. zullen optellen
  5. zullen optellen
  6. zullen optellen
o.v.t.t.
  1. zou optellen
  2. zou optellen
  3. zou optellen
  4. zouden optellen
  5. zouden optellen
  6. zouden optellen
en verder
  1. is opgeteld
  2. zijn opgeteld
diversen
  1. tel op!
  2. telt op!
  3. opgeteld
  4. optellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für optellen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
foot poot; voet; voeteneinde; voetje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
add bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; optellen aanbouwen; aansluiten; aanvullen; bevatten; bijbouwen; bijdoen; bijgieten; bijleveren; bijsluiten; bijvoegen; bijzetten; completeren; erbij doen; erbij voegen; expanderen; inhouden; inschenken; intappen; neerzetten; openen; plaatsen; samenschikken; samentellen; schenken; serveren; tappen; toevoegen; toevoegen aan levering; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; voegen; voltallig maken; zetten
count up bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; optellen aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken
foot optellen
tally up bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; optellen
total bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; optellen aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
total compleet; helemaal; totaal; volledig

Verwandte Definitionen für "optellen":

  1. uitrekenen hoeveel het bij elkaar is2
    • kun je geen twee en twee optellen?2

Wiktionary Übersetzungen für optellen:

optellen
verb
  1. bij elkaar tellen; het samenvoegen van twee of meer termen tot een totaal, de som genoemd
    • optellenadd
optellen
noun
  1. arithmetic: process of adding
verb
  1. to perform the arithmetical operation of addition, to add up
  2. to add together
  3. to add up

Cross Translation:
FromToVia
optellen add addieren — zusammenzählen mehrerer Zahlen
optellen add; add up; cast up; tot up additionnerajouter plusieurs nombres l’un à l’autre pour en trouver le total.

Verwandte Übersetzungen für optellen