Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für onverbloemd (Niederländisch) ins Englisch

onverbloemd:

onverbloemd Adjektiv

  1. onverbloemd (onomwonden; rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onverholen)
    crude; straightforward; frank; outspoken; blunt; straight; overt; explicit; openly; square; plain
  2. onverbloemd (openhartig; onomwonden; ronduit; )
    outspoken; frankly; forthright; outright; openly; frank; blunt; plain; straight; plain-spoken; genially

Übersetzung Matrix für onverbloemd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
square carré; kwadraat
straight pokerterm voor straat; straat
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blunt afstompen; vervlakken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blunt cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk abrupt; bot; bruusk; direct; eensklaps; ineens; kortaf; kortzichtig; nors; ongenuanceerd; ongezouten; onscherp; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; stomp; zonder omhaal
crude cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan blank; effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; grof; laagstaand; ongelakt; ordinair; plat; platvloers; primitief; strak; vlak; vlakuit; vulgair
explicit cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan expliciet; frappant; geprononceerd; in het oog lopend; in het oog springend; klemmend; markant; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; uitdrukkelijk; uitgesproken
frank cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk benaderbaar; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; stoutmoedig; toegankelijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit
outspoken cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk onbevangen; volmondig
overt cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan
plain vlakte
straightforward cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan gulweg; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
frankly onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk met open vizier; onverholen; rondborstig
genially onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
openly cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk hard; luid; luid klinkend; met open vizier; onverholen; rondborstig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
forthright onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
outright onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt
plain cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk alledaags; blank; direct; eenvoudig; effen; gewoon; gewoonweg; klinkklaar; lelijk; lelijk uitziend; niets bijzonders; onbewimpeld; ongelakt; ongezouten; onknap; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ordinair; puur; regelrecht; ronduit; van één kleur; vrij; vrijelijk; vrijuit; wit; wit van huidskleur
plain-spoken onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
square cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan kwadraat
straight cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk direct; directe; echt; eerlijk; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; menens; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverholen; onvermengd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; regelrecht; ronduit; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zuiver