Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onoverdekt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onoverdekt (Niederländisch) ins Englisch

onoverdekt:

onoverdekt Adjektiv

  1. onoverdekt (onbedekt)
    open; outdoor; uncovered

Übersetzung Matrix für onoverdekt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
open vrije ruimten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
open aanbreken; beginnen; een begin nemen; inleiden; inluiden; losgaan; loskrijgen; ontgrendelen; ontsluiten; open krijgen; opendoen; opendraaien; openen; opengaan; opengooien; openklappen; openmaken; openslaan; openwerpen; starten
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
open onbedekt; onoverdekt benaderbaar; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; niet dicht; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; onverhuld; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rechttoe; ronduit; toegankelijk; vrij; vrijelijk; vrijuit
outdoor onbedekt; onoverdekt
uncovered onbedekt; onoverdekt gevonden; onbedekt; ontbloot; onverhuld; zonder bekleding