Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. merkbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für merkbaar (Niederländisch) ins Englisch

merkbaar:

merkbaar Adjektiv

  1. merkbaar (waarneembaar; herkenbaar; tastbaar; )
    noticeable; tangible; recognizable; perceptible; audible; identifiable; palpable; discernible; phenomenal; recognisable
    visible
    – capable of being seen; or open to easy view 1
    • visible Adjektiv
      • a visible object1
      • visible stars1
      • mountains visible in the distance1
      • a visible change of expression1
      • visible files1

Übersetzung Matrix für merkbaar:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
audible bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar goed hoorbaar; verneembaar
discernible bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar
identifiable bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; herkenbaar; onmiskenbaar
noticeable bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
palpable bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
perceptible bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar te zien; zichtbaar
phenomenal bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; ongemeen; ongewoon; puik; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
recognisable bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; herkenbaar; kenbaar; onmiskenbaar; te kennen
recognizable bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; herkenbaar; kenbaar; onmiskenbaar; te kennen
tangible bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; materieel; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
visible bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar te zien; zichtbaar

Verwandte Wörter für "merkbaar":

  • merkbare

Wiktionary Übersetzungen für merkbaar:

merkbaar
adjective
  1. perceptible by the mind
  2. easily perceived, appreciable

Cross Translation:
FromToVia
merkbaar perceptible; noticeable; marking; appreciable apercevable — Qui peut être aperçu.