Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. grimeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für grimeren (Niederländisch) ins Englisch

grimeren:

grimeren Verb (grimeer, grimeert, grimeerde, grimeerden, gegrimeerd)

  1. grimeren
    to make up
    • make up Verb (makes up, made up, making up)

Konjugationen für grimeren:

o.t.t.
  1. grimeer
  2. grimeert
  3. grimeert
  4. grimeren
  5. grimeren
  6. grimeren
o.v.t.
  1. grimeerde
  2. grimeerde
  3. grimeerde
  4. grimeerden
  5. grimeerden
  6. grimeerden
v.t.t.
  1. heb gegrimeerd
  2. hebt gegrimeerd
  3. heeft gegrimeerd
  4. hebben gegrimeerd
  5. hebben gegrimeerd
  6. hebben gegrimeerd
v.v.t.
  1. had gegrimeerd
  2. had gegrimeerd
  3. had gegrimeerd
  4. hadden gegrimeerd
  5. hadden gegrimeerd
  6. hadden gegrimeerd
o.t.t.t.
  1. zal grimeren
  2. zult grimeren
  3. zal grimeren
  4. zullen grimeren
  5. zullen grimeren
  6. zullen grimeren
o.v.t.t.
  1. zou grimeren
  2. zou grimeren
  3. zou grimeren
  4. zouden grimeren
  5. zouden grimeren
  6. zouden grimeren
en verder
  1. ben gegrimeerd
  2. bent gegrimeerd
  3. is gegrimeerd
  4. zijn gegrimeerd
  5. zijn gegrimeerd
  6. zijn gegrimeerd
diversen
  1. grimeer!
  2. grimeert!
  3. gegrimeerd
  4. grimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für grimeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
make up grimeren bedenken; bijleggen; bijspijkeren; fantaseren; goed gaan; goedmaken; het goed maken; inhalen; make-up aanbrengen; meebetalen; opmaken; opsmukken; optutten; ruzie bijleggen; schikken; schminken; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorjokken; voorliegen; voorwenden

Wiktionary Übersetzungen für grimeren:

grimeren
verb
  1. (overgankelijk) schminken om er de voor de rol vereiste uitdrukking aan te geven

Cross Translation:
FromToVia
grimeren make up; paint maquiller — Farder, recouvrir de fard.