Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. gevangen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gevangenheid (Niederländisch) ins Englisch

gevangen:

gevangen Adjektiv

  1. gevangen (gevangen genomen; opgesloten; geïnterneerd; vastgezet)
    captured; imprisoned; detained; locked up; captive; locked in; penned up; arrested

Übersetzung Matrix für gevangen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
captive geïnterneerde
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
captive gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
imprisoned gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arrested gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet gearresteerd
captured gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
detained gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
locked in gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
locked up gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet
penned up gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet

Verwandte Wörter für "gevangen":


Antonyme für "gevangen":


Verwandte Definitionen für "gevangen":

  1. opgesloten in de gevangenis1
    • hij zit gevangen in de Bijlmerbajes1

Wiktionary Übersetzungen für gevangen:

gevangen
adjective
  1. held prisoner

Computerübersetzung von Drittern: