Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bevaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bevaren (Niederländisch) ins Englisch

bevaren:

bevaren Verb (bevaar, bevaart, bevoer, bevoeren, bevaren)

  1. bevaren (varen; navigeren)
    to sail; to navigate
    • sail Verb (sails, sailed, sailing)
    • navigate Verb (navigates, navigated, navigating)

Konjugationen für bevaren:

o.t.t.
  1. bevaar
  2. bevaart
  3. bevaart
  4. bevaren
  5. bevaren
  6. bevaren
o.v.t.
  1. bevoer
  2. bevoer
  3. bevoer
  4. bevoeren
  5. bevoeren
  6. bevoeren
v.t.t.
  1. heb bevaren
  2. hebt bevaren
  3. heeft bevaren
  4. hebben bevaren
  5. hebben bevaren
  6. hebben bevaren
v.v.t.
  1. had bevaren
  2. had bevaren
  3. had bevaren
  4. hadden bevaren
  5. hadden bevaren
  6. hadden bevaren
o.t.t.t.
  1. zal bevaren
  2. zult bevaren
  3. zal bevaren
  4. zullen bevaren
  5. zullen bevaren
  6. zullen bevaren
o.v.t.t.
  1. zou bevaren
  2. zou bevaren
  3. zou bevaren
  4. zouden bevaren
  5. zouden bevaren
  6. zouden bevaren
diversen
  1. bevaar!
  2. bevaart!
  3. bevaren
  4. bevarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bevaren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
navigate bevaren; navigeren; varen kruisen; laveren; navigeren; tegen de wind in varen; vliegtuig besturen
sail bevaren; navigeren; varen aanhouden op; aansturen op; afreizen; afstevenen op; afstomen op; afvaren; afvaren op; bezeilen; heengaan; uitvaren; van wal gaan; varen; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; zeilen