Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. begronden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für begronden (Niederländisch) ins Englisch

begronden:

begronden Verb (begrond, begrondt, begrondde, begrondden, begrond)

  1. begronden
    to base
    • base Verb (bases, based, basing)

Konjugationen für begronden:

o.t.t.
  1. begrond
  2. begrondt
  3. begrondt
  4. begronden
  5. begronden
  6. begronden
o.v.t.
  1. begrondde
  2. begrondde
  3. begrondde
  4. begrondden
  5. begrondden
  6. begrondden
v.t.t.
  1. heb begrond
  2. hebt begrond
  3. heeft begrond
  4. hebben begrond
  5. hebben begrond
  6. hebben begrond
v.v.t.
  1. had begrond
  2. had begrond
  3. had begrond
  4. hadden begrond
  5. hadden begrond
  6. hadden begrond
o.t.t.t.
  1. zal begronden
  2. zult begronden
  3. zal begronden
  4. zullen begronden
  5. zullen begronden
  6. zullen begronden
o.v.t.t.
  1. zou begronden
  2. zou begronden
  3. zou begronden
  4. zouden begronden
  5. zouden begronden
  6. zouden begronden
diversen
  1. begrond!
  2. begrondt!
  3. begrond
  4. begrondend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für begronden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
base base; bouwfundament; fundament; fundering; grond; grondslag; grondtal; grondvlak; honk; huis; residentie; thuis; verblijf; vloer; woning; woonhuis
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
base begronden baseren; funderen; onderbouwen; onderheien
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
base laagstaand; ploertig