Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für wrok (Niederländisch) ins Englisch

wrok:

wrok [de ~ (m)] Nomen

  1. de wrok (verbittering)
    the bitterness; the embitterment

Übersetzung Matrix für wrok:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bitterness verbittering; wrok bitterheid; wrangheid
embitterment verbittering; wrok bitterheid; wrangheid

Verwandte Wörter für "wrok":


Wiktionary Übersetzungen für wrok:

wrok
noun
  1. blijvend gevoel van onvrede over geleden of vermeend onrecht
wrok
noun
  1. deep seated animosity
  2. the deepest malignity or spite
  3. ill-will or hatred toward another; a desire to vex or injure

Cross Translation:
FromToVia
wrok grudge; rancor; rancour; resentment; unforgiveness rancune — Ressentiment tenace, sentiment profond de mal-être, ...

wrokken:

wrokken Verb (wrok, wrokt, wrokte, wrokten, gewrokt)

  1. wrokken (wrok koesteren)
    to bear a grudge; to have a grudge; to bear malice; to harbour a grudge

Konjugationen für wrokken:

o.t.t.
  1. wrok
  2. wrokt
  3. wrokt
  4. wrokken
  5. wrokken
  6. wrokken
o.v.t.
  1. wrokte
  2. wrokte
  3. wrokte
  4. wrokten
  5. wrokten
  6. wrokten
v.t.t.
  1. heb gewrokt
  2. hebt gewrokt
  3. heeft gewrokt
  4. hebben gewrokt
  5. hebben gewrokt
  6. hebben gewrokt
v.v.t.
  1. had gewrokt
  2. had gewrokt
  3. had gewrokt
  4. hadden gewrokt
  5. hadden gewrokt
  6. hadden gewrokt
o.t.t.t.
  1. zal wrokken
  2. zult wrokken
  3. zal wrokken
  4. zullen wrokken
  5. zullen wrokken
  6. zullen wrokken
o.v.t.t.
  1. zou wrokken
  2. zou wrokken
  3. zou wrokken
  4. zouden wrokken
  5. zouden wrokken
  6. zouden wrokken
diversen
  1. wrok!
  2. wrokt!
  3. gewrokt
  4. wrokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wrokken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bear a grudge wrok koesteren; wrokken aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien
bear malice wrok koesteren; wrokken aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien
harbour a grudge wrok koesteren; wrokken aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien
have a grudge wrok koesteren; wrokken

Verwandte Wörter für "wrokken":


Verwandte Übersetzungen für wrok