Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. accoord:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für accoord (Niederländisch) ins Englisch

accoord:

accoord [znw.] Nomen

  1. accoord (goedkeuring; toestemming)
    the approval; the consent; the sanctioning

accoord Adjektiv

  1. accoord (goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; aangenomen)
    accepted

Übersetzung Matrix für accoord:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
approval accoord; goedkeuring; toestemming afspraak; akkoord; autorisatie; bijval; fiat; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; homologatie; instemming; machtiging; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming; volmacht
consent accoord; goedkeuring; toestemming afspraak; akkoord; believen; goeddunken; goedkeuring; instemming; jawoord; overeenkomst; regeling; schikking; welbevinden
sanctioning accoord; goedkeuring; toestemming
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accepted aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd binnengehaald; gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; ingehaald; toegelaten; toegestaan; veroorloofd

Wiktionary Übersetzungen für accoord:


Cross Translation:
FromToVia
accoord in agreement; agreed; at one einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich

Computerübersetzung von Drittern: