Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. stabiel:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stabiel (Niederländisch) ins Deutsch

stabiel:

stabiel Adjektiv

  1. stabiel (stevig)
    stabil; dauerhaft; solide; stark; robust

Übersetzung Matrix für stabiel:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dauerhaft stabiel; stevig betrouwbaar; blijvend; consistent; de hele tijd; degelijk; deugdelijk; duurzaam; ferm; fiks; flink; gelijkmatig; gestaag; hecht; solide; stevig; voortdurend
robust stabiel; stevig betrouwbaar; breed; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; fors; massief; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen
solide stabiel; stevig bekend; betrouwbaar; degelijk; degelijke; deugdelijk; doortimmerd; ferm; fiks; flink; gedegen; gefundeerd; onderbouwd; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; van goede hoedanigheid; vertrouwd
stabil stabiel; stevig betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; massief; niet hol; robuust; solide; stationair; sterk; stevig; stevig gebouwd
stark stabiel; stevig agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf

Verwandte Wörter für "stabiel":

  • stabieler, stabielere, stabielst, stabielste, stabiele

Wiktionary Übersetzungen für stabiel:

stabiel
adjective
  1. standvastig, duurzaam

Cross Translation:
FromToVia
stabiel stabil stable — relatively unchanging

Verwandte Übersetzungen für stabiel