Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. doorbetalen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorbetalen (Niederländisch) ins Deutsch

doorbetalen:

doorbetalen Verb (betaal door, betaalt door, betaalde door, betaalden door, doorbetaald)

  1. doorbetalen
    fortzahlen; weiterzahlen
    • fortzahlen Verb (zahle fort, zahlst fort, zahlt fort, zahlte fort, zahltet fort, fortgezahlt)
    • weiterzahlen Verb (zahle weiter, zahlst weiter, zahlt weiter, zahlte weiter, zahltet weiter, weitergezahlt)

Konjugationen für doorbetalen:

o.t.t.
  1. betaal door
  2. betaalt door
  3. betaalt door
  4. betalen door
  5. betalen door
  6. betalen door
o.v.t.
  1. betaalde door
  2. betaalde door
  3. betaalde door
  4. betaalden door
  5. betaalden door
  6. betaalden door
v.t.t.
  1. heb doorbetaald
  2. hebt doorbetaald
  3. heeft doorbetaald
  4. hebben doorbetaald
  5. hebben doorbetaald
  6. hebben doorbetaald
v.v.t.
  1. had doorbetaald
  2. had doorbetaald
  3. had doorbetaald
  4. hadden doorbetaald
  5. hadden doorbetaald
  6. hadden doorbetaald
o.t.t.t.
  1. zal doorbetalen
  2. zult doorbetalen
  3. zal doorbetalen
  4. zullen doorbetalen
  5. zullen doorbetalen
  6. zullen doorbetalen
o.v.t.t.
  1. zou doorbetalen
  2. zou doorbetalen
  3. zou doorbetalen
  4. zouden doorbetalen
  5. zouden doorbetalen
  6. zouden doorbetalen
en verder
  1. ben doorbetaald
  2. bent doorbetaald
  3. is doorbetaald
  4. zijn doorbetaald
  5. zijn doorbetaald
  6. zijn doorbetaald
diversen
  1. betaal door!
  2. betaalt door!
  3. doorbetaald
  4. doorbetalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorbetalen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fortzahlen doorbetalen
weiterzahlen doorbetalen