Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze dienaars

übersetze dienaars von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

dienaars:
- Diener; Untertanen; Dienstmädchen; Haushaltshilfe
dienaar:
- Knecht; Diener; Bediente; Stallknecht
Wiktionary:
- dienaar → Helfer, Helferin, Diener, Dienerin, Mädchen, Bursche, Gehilfe, Dienstbote, Magd, Haustier

Niederländisch

Detailübersetzungen für dienaars (Niederländisch) ins Deutsch

dienaars:

dienaars [de ~] Nomen, Plural

de dienaars (onderdanen)
der Diener; der Untertanen; Dienstmädchen; die Haushaltshilfe
- Diener [der ~] Nomen
- Untertanen [der ~] Nomen
- Dienstmädchen [das ~] Nomen
- Haushaltshilfe [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für dienaars:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Diener	dienaars; onderdanen	bediende; buigingen; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; serveersters; tafelbediendes
Dienstmädchen	dienaars; onderdanen	bodes; dienares; dienaressen; dienstbode; dienstboden; dienstbodes; dienstmeisje; meiden
Haushaltshilfe	dienaars; onderdanen	bodes; dienstbodes; hulp; hulp in de huishouding; hulp in het huishouden; meiden; schoonmaakster; werkster
Untertanen	dienaars; onderdanen

Verwandte Wörter für "dienaars":

dienaar

dienaar:

dienaar [de ~ (m)] Nomen

de dienaar (dienstknecht; knecht)
der Knecht; der Diener; der Bediente; der Stallknecht
- Knecht [der ~] Nomen
- Diener [der ~] Nomen
- Bediente [der ~] Nomen
- Stallknecht [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für dienaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Bediente	dienaar; dienstknecht; knecht	bediende; butler; employé; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht
Diener	dienaar; dienstknecht; knecht	bediende; buigingen; butler; dienaars; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; onderdanen; serveersters; tafelbediendes
Knecht	dienaar; dienstknecht; knecht	butler; herenknecht; hulpje; kamerbediende; kamerdienaar; knecht
Stallknecht	dienaar; dienstknecht; knecht	boerenknecht; butler; herenknecht; hulpje; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; staljongen; stalknecht

Verwandte Wörter für "dienaar":

dienaren, dienaars

Wiktionary Übersetzungen für dienaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• dienaar	→ Helfer; Helferin	↔ servant — one who serves another, providing help in some manner
• dienaar	→ Diener; Dienerin; Mädchen; Bursche; Gehilfe; Dienstbote; Magd; Haustier	↔ domestique — personnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.
• dienaar	→ Bursche; Diener; Gehilfe	↔ serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.