Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. boycotten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für boycottend (Niederländisch) ins Deutsch

boycotten:

boycotten Verb (boycot, boycotte, boycotten, geboycot)

  1. boycotten
    boykottieren
    • boykottieren Verb (boykottiere, boykottierst, boykottiert, boykottierte, boykottiertet, boykottiert)

Konjugationen für boycotten:

o.t.t.
  1. boycot
  2. boycot
  3. boycot
  4. boycotten
  5. boycotten
  6. boycotten
o.v.t.
  1. boycotte
  2. boycotte
  3. boycotte
  4. boycotten
  5. boycotten
  6. boycotten
v.t.t.
  1. heb geboycot
  2. hebt geboycot
  3. heeft geboycot
  4. hebben geboycot
  5. hebben geboycot
  6. hebben geboycot
v.v.t.
  1. had geboycot
  2. had geboycot
  3. had geboycot
  4. hadden geboycot
  5. hadden geboycot
  6. hadden geboycot
o.t.t.t.
  1. zal boycotten
  2. zult boycotten
  3. zal boycotten
  4. zullen boycotten
  5. zullen boycotten
  6. zullen boycotten
o.v.t.t.
  1. zou boycotten
  2. zou boycotten
  3. zou boycotten
  4. zouden boycotten
  5. zouden boycotten
  6. zouden boycotten
en verder
  1. ben geboycot
  2. bent geboycot
  3. is geboycot
  4. zijn geboycot
  5. zijn geboycot
  6. zijn geboycot
diversen
  1. boycot!
  2. boycot!
  3. geboycot
  4. boycottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für boycotten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boykottieren boycotten

Verwandte Wörter für "boycotten":


Wiktionary Übersetzungen für boycotten:

boycotten
verb
  1. iemand uitsluiten, niet meer willen werken voor, leveren aan of kopen bij