Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. binnen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für binnen (Niederländisch) ins Deutsch

binnen:

binnen Adjektiv

  1. binnen (binnen een tijdsspanne)
  2. binnen (binnenshuis; binnenskamers)
    innen; im Hause; drinnen
  3. binnen (hierbinnen)
    innen; drinnen
  4. binnen
    innerhalb

Übersetzung Matrix für binnen:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- binnen-
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
drinnen binnen; binnen een tijdsspanne; binnenshuis; binnenskamers; hierbinnen aan de binnenkant; binnenin; daarbinnen; daarin; erin
im Hause binnen; binnenshuis; binnenskamers thuis
innen binnen; binnen een tijdsspanne; binnenshuis; binnenskamers; hierbinnen aan de binnenkant; binnenin; hierin; in dit; inwendige; van binnen
innerhalb binnen gedurende; hierin; in dit; in het verloop van
innerhalb einer Zeitspanne binnen; binnen een tijdsspanne

Verwandte Wörter für "binnen":


Antonyme für "binnen":


Verwandte Definitionen für "binnen":

  1. in een ruimte1
    • het is slecht weer, we blijven binnen1

Wiktionary Übersetzungen für binnen:


Cross Translation:
FromToVia
binnen in in — after a period of time
binnen herein; hinein in — moving to the interior
binnen binnen- landlocked — surrounded by land
binnen darin; innen; inwendig; hinein dedans — À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler

Verwandte Übersetzungen für binnen