Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bedruipen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bedruipen (Niederländisch) ins Deutsch

bedruipen:

bedruipen Verb (bedruip, bedruipt, bedroop, bedropen, bedropen)

  1. bedruipen (de kost verdienen)

Konjugationen für bedruipen:

o.t.t.
  1. bedruip
  2. bedruipt
  3. bedruipt
  4. bedruipen
  5. bedruipen
  6. bedruipen
o.v.t.
  1. bedroop
  2. bedroop
  3. bedroop
  4. bedropen
  5. bedropen
  6. bedropen
v.t.t.
  1. heb bedropen
  2. hebt bedropen
  3. heeft bedropen
  4. hebben bedropen
  5. hebben bedropen
  6. hebben bedropen
v.v.t.
  1. had bedropen
  2. had bedropen
  3. had bedropen
  4. hadden bedropen
  5. hadden bedropen
  6. hadden bedropen
o.t.t.t.
  1. zal bedruipen
  2. zult bedruipen
  3. zal bedruipen
  4. zullen bedruipen
  5. zullen bedruipen
  6. zullen bedruipen
o.v.t.t.
  1. zou bedruipen
  2. zou bedruipen
  3. zou bedruipen
  4. zouden bedruipen
  5. zouden bedruipen
  6. zouden bedruipen
diversen
  1. bedruip!
  2. bedruipt!
  3. bedropen
  4. bedruipende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bedruipen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
seinen Unterhalt bestreiten bedruipen; de kost verdienen
sich ernähern bedruipen; de kost verdienen

Wiktionary Übersetzungen für bedruipen:

bedruipen
verb
  1. zich ~: zich redden, voor zichzelf zorgen

Verwandte Übersetzungen für bedruipen