Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: toespraak

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: toespraak

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

toespraak:
- Ansprache; Rede; Lesung; Konzert
Wiktionary:
- toespraak → Rede
- toespraak → Rede, Ansprache

Niederländisch

Detailübersetzungen für toespraak (Niederländisch) ins Deutsch

toespraak:

toespraak [de ~] Nomen

de toespraak (redevoering; speech; rede; spreekbeurt; voordracht; lezing)
die Ansprache; die Rede; die Lesung; Konzert
- Ansprache [die ~] Nomen
- Rede [die ~] Nomen
- Lesung [die ~] Nomen
- Konzert [das ~] Nomen
de toespraak
die Rede
- Rede [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für toespraak:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Ansprache	lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
Konzert	lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht	concert; muzikale voordracht
Lesung	lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht	bericht; lezing; referaat; versie; verslag
Rede	lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht	oratie; spraak

Verwandte Wörter für "toespraak":

toespraakje

Verwandte Definitionen für "toespraak":

woorden waarmee je een groep mensen iets vertelt¹
- de vader van de bruid hield een toespraak¹

Wiktionary Übersetzungen für toespraak:

toespraak

noun

een voordracht voor een groter publiek
- toespraak → Rede

Cross Translation:

From	To	Via
• toespraak	→ Rede; Ansprache	↔ speech — an oration, session of speaking

¹Muiswerk Woordenboek